Emigratie1945-1967

 
English | Nederlands

Christelijke Emigratie Centrale

Naam archiefvormer Christelijke Emigratie Centrale
Periode van bestaan 1938-2009
Land van herkomst archiefvormer
Navigatiekaart Algemeen Australië Canada

Naam, varianten

Christelijke Emigratie Vereeniging; Vereniging Christelijke Emigratie Centrale; C.E.C.; CEC

Organisatie en inrichting
Toon

Verberg

ontwikkeling 1938-1967

landelijk

De Vereniging Christelijke Emigratie Centrale werd op 5 februari 1938 opgericht. In maart 1946 vond een fusie plaats met de in bestuurscrisis verkerende Vereniging Emigratie in Groepsverband Het Tweede Vaderland.

 

De Christelijke Emigratie Centrale kende in de onderzoeksperiode gewone leden; buitengewone leden; ereleden en begunstigers.

De gewone leden van de CEC waren de Nederlandse Christelijke Boeren- en Tuindersbond (CBTB); de Christelijke Middenstandsbond; het Verbond van Protestants-Christelijke Werkgevers in Nederland; het Christelijk Nationaal Vakverbond; de Nederlandse Christelijke Landarbeidersbond; de Nederlandse Christelijke Jonge Boeren- en Tuindersbond; de Nederlandse Christen-Vrouwenbond; de Bond van Christenboerinnen, Boerendochters, Plattelandsvrouwen en -meisjes. Ook andere rechtspersoonlijkheid bezittende christelijke organisaties of particulieren konden zich aanmelden als gewone leden. Christelijke verenigingen of andere instellingen konden buitengewoon lid worden, als ze daarvoor een verzoek hadden ingediend. Gewone leden betaalden een bijdrage of contributie.

 

De CEC had in de onderzoeksperiode een Hoofdbestuur, bestaande uit ten minste 25 leden. Elk van de hierboven genoemde leden vaardigden één vertegenwoordiger af, behalve het CNV, dat twee leden afvaardigde.

Overige leden waren onder meer afkomstig van provinciale afdelingen.

 

Het Dagelijks Bestuur van de CEC bestond uit 9-10 leden; de voorzitter, secretaris en penningmeester waren in dezelfde functie lid van het Dagelijks Bestuur. Het Moderamen bestond uit de voorzitter, secretaris en penningmeester. Jaarlijks moesten minimaal twee Algemene Vergaderingen worden gehouden.

 

Om de werkzaamheden van de CEC te kunnen coördineren en uitvoeren beschikte de Christelijke Emigratie Centrale over een landelijk, centraal bureau te Den Haag, onder leiding van een directeur.

 

In 1966 werd, in samenwerking met de twee andere grote emigratiecentrales (de Algemene Emigratie Centrale en de Katholieke Centrale Emigratie Stichting) de Vrouwen Emigratie Commissie ingesteld.

 

regionaal

De particuliere leden, die in één provincie woonden, vormden samen met eventuele provinciale afdelingen van de deelnemende organisaties provinciale afdelingen en onderafdelingen van de CEC, elk met een eigen bestuur. Zij konden vertegenwoordigers afvaardigen naar het landelijk bestuur (het aantal werd toegewezen op grond van het aantal leden).

 

Er waren districtskantoren (aanmeldingskantoren) te Amsterdam, Arnhem, Leeuwarden, Rotterdam, Utrecht en Enschede.

Verder maakte de Christelijke Emigratie Centrale gebruik van diverse provinciale en regionale administratieve contactpunten in de provincies, die ook werden aangeduid met de term 'bijkantoren'.

 

 

latere ontwikkeling

Als gevolg van de door de overheid aangekondigde gefaseerde afbouw van het emigratieapparaat in 1982 zocht de CEC samen met de andere emigratieorganisaties aansluiting bij organisaties die zich bezighielden met remigratie- en vluchtelingenbeleid. Hieruit ontstond het Nederlands Migratie Instituut als koepelorganisatie (1987) dat een deel van de voorlichtingstaken overnam. Wel behielden de participerende organisaties hun rechtspersoonlijke zelfstandigheid. In 1994 werd voor specifieke emigratievoorlichting de Stichting Dienstverlening Emigratie Nederland opgericht door onder andere de Christelijke Emigratie Centrale; de Algemene Emigratie Centrale en de Katholieke Emigratie Centrale. In 2009 is de Christelijke Emigratie Centrale opgeheven.

 

De CEC was voor 1952 vertegenwoordigd in de Stichting Landverhuizing Nederland en in de Centrale Stichting Landbouw Emigratie. Na 1952 was de CEC vertegenwoordigd in de Raad voor de Emigratie en het Emigratiebestuur.

 

Op internationaal niveau was de CEC via een in 1955 ingesteld Nederlands contactorgaan van de drie grote emigratiecentrales (AEC, CEC en KCES) vertegenwoordigd bij het Bureau voor de Niet-gouvernementele Emigratie Organisaties, zetelend te Genève (bron: KDC, archief, KCES, notulen AEC, 09-09-1955).

 

 

Ledenaantallen:

1955: 2799

1960: 1942

1967: 1257

 

voorzitters Hoofd-/Dagelijks Bestuur CEC:

1938-1964 A.Warnaar Jzn.

1964-1986 P.C. Elfferich

 

secretarissen:

1938-1947 T. Cnossen

1947-1952 P.J.M. de Bruin

1953-1964 T. Cnossen

1964-1989 E.F.J. Westerhuis

 

directeur CEC

1947-1952 P.J.M. de Bruin

1953-1962 T. Cnossen

1963-1964 G. Punt (T. Cnossen wnd. directeur))

1964-1979 A. Froma

Taak, activiteiten
Toon

Verberg

De CEC stelde zich in de onderzoeksperiode ten doel werkzaam te zijn op het gebied van emigratie en kolonisatie en daarbij de geestelijk-zedelijke en sociaal-economische belangen van protestants-christelijke emigranten te behartigen. In principe betrof dit protestants-christelijke emigranten in het algemeen. In praktijk vond vooral belangenbehartiging plaats voor diverse gereformeerde 'bloedgroepen' (m.n. de Gereformeerde Kerken in Nederland (synodalen), de Christelijk Gereformeerde Kerken in Nederland en de Gereformeerde Gemeenten (bevindelijken) maakten gebruik van de diensten van de Christelijke Emigratie Centrale) hoewel ook wel hervormde emigranten via bemiddeling van de CEC vertrokken.

 

Vond de emigratie plaats naar landen zonder protestants-christelijke opvatting, zoals die in Nederland werd gekend, dan streefde de CEC naar emigratie in groepsverband (dit was m.n. het geval voor Zuid-Amerika).

 

De taken van de CEC bestonden uit het voeren van een eigen actief emigratiebeleid en de praktische uitvoering ervan en het uitoefenen van functies die wettelijk aan de CEC konden worden opgedragen. In de eerste naoorlogse jaren, toen de CEC in directe samenwerking met de CBTB de emigratie van protestants-christelijke boeren en tuinders organiseerde, droeg de CEC de helft van de contributie bij, die de CBTB aan de Centrale Stichting Landbouw Emigratie afdroeg.

 

Tot de belangrijkste uitvoerende taken behoorden het waarborgen van een goede voorlichting, voorbereiding en selectie van de emigranten (dossiervorming en aanmeldingsprocedure); het tot stand brengen van een emigratiebibliotheek t.b.v. de voorlichting en het leggen en onderhouden van contacten met kerken, instellingen en personen in de landen van ontvangst voor de plaatsing en nazorg van de Nederlandse emigranten.

Voorloper

Gereformeerde Emigratie Vereeniging (1927-1937)

Vereniging Emigratie in Groepsverband Het Tweede Vaderland

Opvolger

Nederlands Migratie Instituut (v.a. 1991 operationeel; gedeeltelijk, voorlichtingstaken)

Stichting Dienstverlening Emigratie Nederland (v.a. 1994 gedeeltelijk, voorlichtingstaken)

Typering instelling
Typering taken
Kerkelijke denominatie / zuil
Doelgroepen
Verband met andere archiefvormers: is vertegenwoordigd in:

Stichting Landverhuizing Nederland

Centrale Stichting Landbouw Emigratie

Raad voor de Emigratie

Emigratiebestuur

Stichting Nederlands Emigratie Fonds

Literatuur
Toon

Verberg

periodieken en uitgaven

Emigratie: Verslag over de werkzaamheden van de organen voor de emigratie , 1954-1961. [Hierin jaarverslag en samenstelling bestuur CEC]

 

Mededelingenblad van de Christelijke Emigratie-Centrale , 1947-1955. [Verscheen 1 x per maand. Voortgezet als: Emigratiekoerier. Officieel orgaan van de Christelijke Emigratie Centrale 1956-1974, verscheen 2 x per maand]

 

Kontaktblad / Christelijke Emigratie Centrale, 1987-1994.

 

Jaarverslag. Christelijke Emigratie Centrale 1960-…. [Uitgave van de Christelijke Emigratie Centrale]

 

Emigratie vanuit Nederland in de periode 1946-1976 en verder… ([Den Haag] 1977). [Uitgave van de Christelijke Emigratie Centrale]

 

Land in opkomst. Nederlandse kolonisaties in de staat Paranà [Brazilië] (Den Haag 1961). [Uitgave van de Christelijke Emigratie Centrale]

 

'60 jaar Christelijke Emigratie Centrale' in: Evangelie en Maatschappij. Kaderblad van het CNV vol. 40 (1987), afl. 8, 5.

 

Biesheuvel, J.S., Rapport inzake een studiereis naar Brazilië betreffende emigratieaangelegenheden (Den Haag [1950]). [Rapport voor de Nederlandse Christelijke Boeren- en Tuindersbond en voor de Christelijke Emigratie Centrale, uitgegeven door de Christelijke Emigratie Centrale ] 54 p.

 

Kremer, J., Van zorg en zegen. De Gereformeerde Kerken en de emigratie. [Rede voor de Jaarvergadering van de Christelijke Emigratie Centrale, December 1956, Utrecht] 19 p.

 

Punt, G., Rapport van de commissie emigratie Oost-Friesland ingesteld door de Christelijke Emigratie Centrale ([Den Haag 1964]), 7 p.

 

Scholten, H.R., Voorlichting aan vrouwen met emigratieplannen (z.p. 1959). [Uitgave van de Christelijke Emigratie Centrale]

 

literatuur

Biemond-Boer, Betsy, 'Die Hollanders zijn gek!' Identiteit en integratie van bevindelijk gereformeerden in Canada (Amsterdam 2008).

 

Koops, Enne, De dynamiek van een emigratiecultuur. De emigratie van

gereformeerden, hervormden en katholieken naar Noord-Amerika

(1947-1963) in vergelijkend perspectief (Kampen 2009). [werktitel proefschrift]

 

Wit, Pedro de, Wegen wijzen overzee. 65 jaar christelijk emigratiewerk (Kampen 1993).

Doorgenomen archieven / series

Archief van de Christelijke Emigratie Centrale

Periode archief

1929-1991(1993)

Vindplaats

Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme, Amsterdam

Openbaarheid

volledig

Omvang; inventarisnummers

20 m., 191 dozen

Informatiedrager
Vernietigd

nee

Toegang(en)

Urbanus-Kamper, M.A. en J. van Doorn, Inventaris van het archief van de Christelijke Emigratie Centrale (1929-1991) (Amsterdam 1990-1993) met vijf aanvullingen (herzien in 2005)

Kenmerk toegang

nr. 492

Indices op toegang

geen

Originele archivalia van archiefvormer in andere archieven

onbekend

Originele archivalia van andere archiefvormers in dit archief; gedeponeerde archieven

archivalia van de Gereformeerde Emigratie Vereeniging; van de Christelijke Emigratie Vereeniging en van de Vereniging Emigratie in Groepsverband Het Tweede Vaderland (notulen- en kasboek) (doos 33)

opmerkingen structuur archief

Het archief bestond bij deponering voor een gedeelte uit losse stukken en was voor een deel verpakt in dozen. De doosopschriften zijn overgenomen in de plaatsingslijst; van de losse stukken is een globale omschrijving gegeven. In 1991, 1992 en 1993 zijn er aanzienlijke gedeelten aan het archief toegevoegd. In 2005 is het archief hernummerd. De nummering van 2005 is voor deze beschrijving gebruikt.

Seriële bescheiden

organisatie

- Financiële bescheiden 1946-1986 (grootboekkaarten; balansgegevens; kas- en loonboeken; jaarrekeningen; giroafschriften; contributiebetalingen) (dozen 1-4; 57)

- Jaarverslagen 1955-1966 (doos 37)

 

bestuur

- Agenda's, notulen, presentielijsten 1952-1991 (dozen 140-143)*

 

- Notulen van het Dagelijks Bestuur van de CEC 1952-1977 (doos 18)*

 

- Notulen van het Hoofdbestuur van de CEC 1952-1985 (doos 69)

- Stukken van het bestuur 1989-1993 (doos 157-158)

- Agenda's en notulen ledenvergaderingen 1950-1985 (doos 71)

 

leden

- Ledenadministratie (ledenlijsten; kaartsysteem van vertrek: afwijzing; afgezien van vertrek, alfabetisch geordend 1960-1980) 1955-1980 (dozen 49-56)*

 

- Ledenadministratie, vertreklijsten van ge(r)emigreerde personen 1989-1990) (doos 111)

Statistische gegevens

- Statistische gegevens over o.a. aanmeldingen en aantallen vertrokken personen 1975-1987 (doos 32)

Verwijzingen naar wetten, Nederland
  • 1952 Wet op de organen voor de emigratie, Stb.no. 279
Inhoud overig

organisatie

- Statuten CEC 1951-1980 (doos 33)

- Personeelszaken CEC 1956-1982, 1964-1984 (dozen 6-7, 61)

 

- Taakverbreding CEC 1963-1964 en reorganisatie emigratiebestel 1969-1975 (doos 72, zie ook 81-83)

- Correspondentie inzake opheffing CEC 1991 (doos 144)

 

- Archivalia (toespraken; rapporten, cijfers) van T. Cnossen 1950-1984 (doos 30)*

 

- Correspondentie 1966-1985 (doos 62)

 

- Subsidieverlening 1952-1984 (doos 31)*

 

emigratie

- Rapporten over emigratie 1955-1988 (doos 36)

 

- Verslagen van oriëntatiereizen en informatie over emigratielanden (doos 39-48; 84-85) Het betreft de landen: Australië; Brazilië; Canada, (jonge boerenprogramma); Nieuw-Zeeland; Verenigde Staten, Zuid-Afrika; overige landen)

 

- Voorlichtingsmateriaal voor emigranten en uitgaven van het Emigratiebestuur; de Nederlandse Emigratiedienst; de Raad voor de Emigratie e.d. (doos 38)

 

- Knipsels en periodieken (Mededelingenblad van de Christelijke Emigratie Centrale 1946-1955; Emigratiekoerier (vervolg van het Mededelingenblad 1956-1972; Emigratiekroniek 1958-1961)

 

- Stukken betreffende een documentaire over migratie (z.d.) (doos 35)

- Beeldmateriaal (dia's en foto's) (dozen 189-191)

wetgeving

- 1952 Wet op de organen voor de emigratie, Stb.no. 279 (doos 30)

Bestemmingslanden
Opmerkingen

1) De inventaris is raadpleegbaar als PDF-bestand. De diverse dozen die uitsluitend bestuursstukken, stukken van commissies van het Emigratiebestuur, de Emigratiecommissie van de SER, of regionale emigratiecommissies van de CEC of hun emigratieconsulenten bevatten van na de onderzoeksperiode, zijn niet apart beschreven. Dat geldt ook voor stukken betreffende remigratie (van Surinamers en/ of buitenlandse werknemers) en voor de correspondentie die buiten de onderzoeksperiode valt. De bestemmingslanden zoals opgesomd betreffen wel het volledige archief (op basis van de inventarisomschrijving) waarbij wordt opgemerkt dat voor de periode 1945-1967 het uitsluitend 'traditionele (overzeese) bestemmingen betreft.

 

2) In het streekarchief Voorne-Putten, Rozenburg bevindt zich een afdelingsarchief van de Christelijke Emigratie Centrale. Het is geïnventariseerd door E. Lassing-van Gameren, Inventaris van het archief van de Christelijke Emigratie Centrale Afd. Voorne-Putten en Rozenburg (1938-1960), inv. nr. 429, juni 2005. Het bestaat uit 26 inventarisnummers (financiële stukken; ledenlijsten; correspondentie met de secretaris van de afdeling Zuid-Holland (1952-1960), stukken van de emigratie-omscholingscommissie; voorlichting en overige stukken inzake emigratie naar Canada). Het is niet uitgesloten dat er meer afdelingsarchieven van de CEC bewaard zijn gebleven.

 

3) Appreciatie:

Het archief bevat materiaal over de gehele periode, waarbij moet worden opgemerkt dat de archiefbescheiden over de periode na 1967 in ruimere mate bewaard zijn dan die betreffende de onderzoeksperiode 1945-1967. Voornamelijk de correspondentie met derden (betrokken andere organisaties) en stukken van de Raad voor de Emigratie en het Emigratiebestuur over de periode 1952-1967 ontbreken.

 

4) Als gevolg van het ontbreken van statuten uit 1938 is het niet duidelijk of de vrouwenbonden vanaf het oprichtingsjaar al een vertegenwoordigster naar het bestuur van de Christelijke Emigratie Centrale konden afvaardigen of dat dit pas op een later tijdstip mogelijk werd.

Titel Dossierbeschrijving Christelijke Emigratie Centrale
Inventaristekst

seriële bescheiden

 

bestuur

- dozen 140-143 Agenda's, notulen, presentielijsten 1952-1991

Conform inventarisbeschrijving. NB: Alleen doos 141 bevat materiaal betreffende de onderzoeksperiode.

 

- doos 18 Notulen van het Dagelijks Bestuur van de CEC 1952-1977

Conform inventarisbeschrijving. De notulen bestaan uit korte besluitenlijsten en zijn niet compleet. Vooral over de eerste jaren (1952-1955) ontbreken besluitenlijsten. Het Dagelijks Bestuur vergaderde ongeveer zeven maal per jaar. Vanaf 1954 krijgen de besluitenlijsten het karakter van notulen van meerdere pagina's.

De eerste jaren behandelen de notulen veelvuldig de contacten met de zusterorganisaties van de CEC in het buitenland (voor Canada: Canadian Netherlands Immigration Council (J. VanderVliet en J. Heersink); Immigration Committee Christian Reformed Church, Toronto; Canadian Committee for Dutch Reformed Immigrants; Reformed Church of America, Hamilton, Canada (Ds J. van Kuiken); zie ook Multicultural History Society Ontario); contacten met Canadian Pacific Railways; contacten met andere landen (Australië, Zuid-Afrika en Zuid-Amerika) en contacten met internationale organisaties (Provisional Intergovernmental Committee for the Movement of Migrants from Europe (PICMME); Intergovernmental Committee for European Migration (ICEM) en de Conference of Non-Governmental Organisations interested in Migration (Genève). Vermelding van contacten met de vertegenwoordigende organisaties in het bestuur gaan in het algemeen in de vorm van korte mededelingen. Vanaf 1959-1960 nemen rapportages over de werkzaamheden van de Raad voor de Emigratie of het Emigratiebestuur toe.

 

 

leden

dozen 49-56 Ledenadministratie (ledenlijsten; kaartsysteem van vertrek: afwijzing; afgezien van vertrek, alfabetisch geordend 1960-1980) 1955-1980

Ingezien: doos 50 Australië; doos 52 Canada; doos 56.

- doos 50 en 52 betreffen een kaartsysteem. De kaarten zijn van standaardmodel en hebben als vaste gegevens: nummer (ingevuld door CEC met landaanduiding en dossiernummer); naam, adres, woonplaats, provincie, geboortedatum, verhuisgegevens, naam CEC-administrateur, cliëntnummer (toegekend door de Nederlandse Emigratiedienst); beroep, godsdienst, gezinssamenstelling, geplaatst bij; datum vertrek (meestal met toevoeging van vervoermiddel). Daarnaast worden nog een aantal standaard gegevens van/voor de Nederlandse Emigratie Dienst ingevuld (categorie, bijslag, papieren gereed ja/nee). Op de achterzijde van de kaart zijn aantekeningen te vinden betreffende het voorbereidingstraject, zoals datum interview; keuring; ev. doorsturen van gegevens naar de Canadese zusterorganisaties etc. Deze gegevens zijn veelal technische van aard. NB: bij godsdienst komen vermeldingen als 'presbyterian'; 'moslim' etc. voor (doos 50).

 

- doos 56 bevat vier A-4 schriften met harde kaft, een omslag met tabs en een map 'aanvullingen'. Drie schriften en de omslag met tabs bevatten handgeschreven 'ledenlijsten vertrokken personen naar diverse landen, geordend per land 1978-1983. Naast adresgegevens en dossiernummers worden vermeld gezinsgrootte; religie voorlichting/gesprek; vertrek(datum)/annulering. Het andere schrift bevat handgeschreven overzichten van het aantal leden per provincie 1955-1981.

 

 

inhoud overig

 

organisatie

- doos 30 Archivalia (toespraken; rapporten, cijfers) van T. Cnossen 1950-1984

De doos bevat vooral materiaal van na de onderzoeksperiode 1945-1967. In een plastic omslag bevinden zich de archiefbescheiden van T. Cnossen, deels als directeur van de Centrale Stichting Landbouw Emigratie CSLE; deels als directeur Christelijke Emigratie Centrale. De omslag bevat documenten uit 1950-1951 en 1960 met commentaar op de concept-Wet op de Organen voor de Emigratie (1952) van de Nederlandse Christelijke Landarbeidersbond, de Centrale Stichting Landbouw Emigratie; het hoofdbestuur van de CEC (alsmede een nota inzake emigratiebeleid 1960) en de Katholieke Centrale Emigratie Stichting; enige correspondentie en toespraken gehouden bij het afscheid van Cnossen als directeur van de CEC in 1962.

 

- doos 31 Subsidieverlening 1952-1984

Deze doos bevat een aantal omslagen samengesteld door J. Berghuis, lid Dagelijks Bestuur CEC. Ze bevatten o.m. kopieën van jaarrekeningen 1952-1956; korte besluitlijsten van vergaderingen van Dagelijks Bestuur en Hoofdbestuur CEC (ca. 1951-1956, ongeordend) inkomende correspondentie aan J. Berghuis (o.a. van afdeling CEC-Zuid-Holland).

Algemeen

Naam, varianten

Christelijke Emigratie Vereeniging; Vereniging Christelijke Emigratie Centrale; C.E.C.; CEC

Organisatie en inrichting

ontwikkeling 1938-1967

landelijk

De Vereniging Christelijke Emigratie Centrale werd op 5 februari 1938 opgericht. In maart 1946 vond een fusie plaats met de in bestuurscrisis verkerende Vereniging Emigratie in Groepsverband Het Tweede Vaderland.

 

De Christelijke Emigratie Centrale kende in de onderzoeksperiode gewone leden; buitengewone leden; ereleden en begunstigers.

De gewone leden van de CEC waren de Nederlandse Christelijke Boeren- en Tuindersbond (CBTB); de Christelijke Middenstandsbond; het Verbond van Protestants-Christelijke Werkgevers in Nederland; het Christelijk Nationaal Vakverbond; de Nederlandse Christelijke Landarbeidersbond; de Nederlandse Christelijke Jonge Boeren- en Tuindersbond; de Nederlandse Christen-Vrouwenbond; de Bond van Christenboerinnen, Boerendochters, Plattelandsvrouwen en -meisjes. Ook andere rechtspersoonlijkheid bezittende christelijke organisaties of particulieren konden zich aanmelden als gewone leden. Christelijke verenigingen of andere instellingen konden buitengewoon lid worden, als ze daarvoor een verzoek hadden ingediend. Gewone leden betaalden een bijdrage of contributie.

 

De CEC had in de onderzoeksperiode een Hoofdbestuur, bestaande uit ten minste 25 leden. Elk van de hierboven genoemde leden vaardigden één vertegenwoordiger af, behalve het CNV, dat twee leden afvaardigde.

Overige leden waren onder meer afkomstig van provinciale afdelingen.

 

Het Dagelijks Bestuur van de CEC bestond uit 9-10 leden; de voorzitter, secretaris en penningmeester waren in dezelfde functie lid van het Dagelijks Bestuur. Het Moderamen bestond uit de voorzitter, secretaris en penningmeester. Jaarlijks moesten minimaal twee Algemene Vergaderingen worden gehouden.

 

Om de werkzaamheden van de CEC te kunnen coördineren en uitvoeren beschikte de Christelijke Emigratie Centrale over een landelijk, centraal bureau te Den Haag, onder leiding van een directeur.

 

In 1966 werd, in samenwerking met de twee andere grote emigratiecentrales (de Algemene Emigratie Centrale en de Katholieke Centrale Emigratie Stichting) de Vrouwen Emigratie Commissie ingesteld.

 

regionaal

De particuliere leden, die in één provincie woonden, vormden samen met eventuele provinciale afdelingen van de deelnemende organisaties provinciale afdelingen en onderafdelingen van de CEC, elk met een eigen bestuur. Zij konden vertegenwoordigers afvaardigen naar het landelijk bestuur (het aantal werd toegewezen op grond van het aantal leden).

 

Er waren districtskantoren (aanmeldingskantoren) te Amsterdam, Arnhem, Leeuwarden, Rotterdam, Utrecht en Enschede.

Verder maakte de Christelijke Emigratie Centrale gebruik van diverse provinciale en regionale administratieve contactpunten in de provincies, die ook werden aangeduid met de term 'bijkantoren'.

 

 

latere ontwikkeling

Als gevolg van de door de overheid aangekondigde gefaseerde afbouw van het emigratieapparaat in 1982 zocht de CEC samen met de andere emigratieorganisaties aansluiting bij organisaties die zich bezighielden met remigratie- en vluchtelingenbeleid. Hieruit ontstond het Nederlands Migratie Instituut als koepelorganisatie (1987) dat een deel van de voorlichtingstaken overnam. Wel behielden de participerende organisaties hun rechtspersoonlijke zelfstandigheid. In 1994 werd voor specifieke emigratievoorlichting de Stichting Dienstverlening Emigratie Nederland opgericht door onder andere de Christelijke Emigratie Centrale; de Algemene Emigratie Centrale en de Katholieke Emigratie Centrale. In 2009 is de Christelijke Emigratie Centrale opgeheven.

 

De CEC was voor 1952 vertegenwoordigd in de Stichting Landverhuizing Nederland en in de Centrale Stichting Landbouw Emigratie. Na 1952 was de CEC vertegenwoordigd in de Raad voor de Emigratie en het Emigratiebestuur.

 

Op internationaal niveau was de CEC via een in 1955 ingesteld Nederlands contactorgaan van de drie grote emigratiecentrales (AEC, CEC en KCES) vertegenwoordigd bij het Bureau voor de Niet-gouvernementele Emigratie Organisaties, zetelend te Genève (bron: KDC, archief, KCES, notulen AEC, 09-09-1955).

 

 

Ledenaantallen:

1955: 2799

1960: 1942

1967: 1257

 

voorzitters Hoofd-/Dagelijks Bestuur CEC:

1938-1964 A.Warnaar Jzn.

1964-1986 P.C. Elfferich

 

secretarissen:

1938-1947 T. Cnossen

1947-1952 P.J.M. de Bruin

1953-1964 T. Cnossen

1964-1989 E.F.J. Westerhuis

 

directeur CEC

1947-1952 P.J.M. de Bruin

1953-1962 T. Cnossen

1963-1964 G. Punt (T. Cnossen wnd. directeur))

1964-1979 A. Froma

Taak, activiteiten

De CEC stelde zich in de onderzoeksperiode ten doel werkzaam te zijn op het gebied van emigratie en kolonisatie en daarbij de geestelijk-zedelijke en sociaal-economische belangen van protestants-christelijke emigranten te behartigen. In principe betrof dit protestants-christelijke emigranten in het algemeen. In praktijk vond vooral belangenbehartiging plaats voor diverse gereformeerde 'bloedgroepen' (m.n. de Gereformeerde Kerken in Nederland (synodalen), de Christelijk Gereformeerde Kerken in Nederland en de Gereformeerde Gemeenten (bevindelijken) maakten gebruik van de diensten van de Christelijke Emigratie Centrale) hoewel ook wel hervormde emigranten via bemiddeling van de CEC vertrokken.

 

Vond de emigratie plaats naar landen zonder protestants-christelijke opvatting, zoals die in Nederland werd gekend, dan streefde de CEC naar emigratie in groepsverband (dit was m.n. het geval voor Zuid-Amerika).

 

De taken van de CEC bestonden uit het voeren van een eigen actief emigratiebeleid en de praktische uitvoering ervan en het uitoefenen van functies die wettelijk aan de CEC konden worden opgedragen. In de eerste naoorlogse jaren, toen de CEC in directe samenwerking met de CBTB de emigratie van protestants-christelijke boeren en tuinders organiseerde, droeg de CEC de helft van de contributie bij, die de CBTB aan de Centrale Stichting Landbouw Emigratie afdroeg.

 

Tot de belangrijkste uitvoerende taken behoorden het waarborgen van een goede voorlichting, voorbereiding en selectie van de emigranten (dossiervorming en aanmeldingsprocedure); het tot stand brengen van een emigratiebibliotheek t.b.v. de voorlichting en het leggen en onderhouden van contacten met kerken, instellingen en personen in de landen van ontvangst voor de plaatsing en nazorg van de Nederlandse emigranten.

Voorloper

Gereformeerde Emigratie Vereeniging (1927-1937)

Vereniging Emigratie in Groepsverband Het Tweede Vaderland

Opvolger

Nederlands Migratie Instituut (v.a. 1991 operationeel; gedeeltelijk, voorlichtingstaken)

Stichting Dienstverlening Emigratie Nederland (v.a. 1994 gedeeltelijk, voorlichtingstaken)

Typering instelling
Typering taken
Kerkelijke denominatie / zuil
Doelgroepen
Verband met andere archiefvormers: is vertegenwoordigd in:

Stichting Landverhuizing Nederland

Centrale Stichting Landbouw Emigratie

Raad voor de Emigratie

Emigratiebestuur

Stichting Nederlands Emigratie Fonds

Literatuur

periodieken en uitgaven

Emigratie: Verslag over de werkzaamheden van de organen voor de emigratie , 1954-1961. [Hierin jaarverslag en samenstelling bestuur CEC]

 

Mededelingenblad van de Christelijke Emigratie-Centrale , 1947-1955. [Verscheen 1 x per maand. Voortgezet als: Emigratiekoerier. Officieel orgaan van de Christelijke Emigratie Centrale 1956-1974, verscheen 2 x per maand]

 

Kontaktblad / Christelijke Emigratie Centrale, 1987-1994.

 

Jaarverslag. Christelijke Emigratie Centrale 1960-…. [Uitgave van de Christelijke Emigratie Centrale]

 

Emigratie vanuit Nederland in de periode 1946-1976 en verder… ([Den Haag] 1977). [Uitgave van de Christelijke Emigratie Centrale]

 

Land in opkomst. Nederlandse kolonisaties in de staat Paranà [Brazilië] (Den Haag 1961). [Uitgave van de Christelijke Emigratie Centrale]

 

'60 jaar Christelijke Emigratie Centrale' in: Evangelie en Maatschappij. Kaderblad van het CNV vol. 40 (1987), afl. 8, 5.

 

Biesheuvel, J.S., Rapport inzake een studiereis naar Brazilië betreffende emigratieaangelegenheden (Den Haag [1950]). [Rapport voor de Nederlandse Christelijke Boeren- en Tuindersbond en voor de Christelijke Emigratie Centrale, uitgegeven door de Christelijke Emigratie Centrale ] 54 p.

 

Kremer, J., Van zorg en zegen. De Gereformeerde Kerken en de emigratie. [Rede voor de Jaarvergadering van de Christelijke Emigratie Centrale, December 1956, Utrecht] 19 p.

 

Punt, G., Rapport van de commissie emigratie Oost-Friesland ingesteld door de Christelijke Emigratie Centrale ([Den Haag 1964]), 7 p.

 

Scholten, H.R., Voorlichting aan vrouwen met emigratieplannen (z.p. 1959). [Uitgave van de Christelijke Emigratie Centrale]

 

literatuur

Biemond-Boer, Betsy, 'Die Hollanders zijn gek!' Identiteit en integratie van bevindelijk gereformeerden in Canada (Amsterdam 2008).

 

Koops, Enne, De dynamiek van een emigratiecultuur. De emigratie van

gereformeerden, hervormden en katholieken naar Noord-Amerika

(1947-1963) in vergelijkend perspectief (Kampen 2009). [werktitel proefschrift]

 

Wit, Pedro de, Wegen wijzen overzee. 65 jaar christelijk emigratiewerk (Kampen 1993).

Doorgenomen archieven / series

Archief van de Christelijke Emigratie Centrale

Periode archief

1929-1991(1993)

Vindplaats

Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme, Amsterdam

Openbaarheid

volledig

Omvang; inventarisnummers

20 m., 191 dozen

Informatiedrager
Vernietigd

nee

Toegang(en)

Urbanus-Kamper, M.A. en J. van Doorn, Inventaris van het archief van de Christelijke Emigratie Centrale (1929-1991) (Amsterdam 1990-1993) met vijf aanvullingen (herzien in 2005)

Kenmerk toegang

nr. 492

Indices op toegang

geen

Originele archivalia van archiefvormer in andere archieven

onbekend

Originele archivalia van andere archiefvormers in dit archief; gedeponeerde archieven

archivalia van de Gereformeerde Emigratie Vereeniging; van de Christelijke Emigratie Vereeniging en van de Vereniging Emigratie in Groepsverband Het Tweede Vaderland (notulen- en kasboek) (doos 33)

opmerkingen structuur archief

Het archief bestond bij deponering voor een gedeelte uit losse stukken en was voor een deel verpakt in dozen. De doosopschriften zijn overgenomen in de plaatsingslijst; van de losse stukken is een globale omschrijving gegeven. In 1991, 1992 en 1993 zijn er aanzienlijke gedeelten aan het archief toegevoegd. In 2005 is het archief hernummerd. De nummering van 2005 is voor deze beschrijving gebruikt.

Seriële bescheiden

organisatie

- Financiële bescheiden 1946-1986 (grootboekkaarten; balansgegevens; kas- en loonboeken; jaarrekeningen; giroafschriften; contributiebetalingen) (dozen 1-4; 57)

- Jaarverslagen 1955-1966 (doos 37)

 

bestuur

- Agenda's, notulen, presentielijsten 1952-1991 (dozen 140-143)*

 

- Notulen van het Dagelijks Bestuur van de CEC 1952-1977 (doos 18)*

 

- Notulen van het Hoofdbestuur van de CEC 1952-1985 (doos 69)

- Stukken van het bestuur 1989-1993 (doos 157-158)

- Agenda's en notulen ledenvergaderingen 1950-1985 (doos 71)

 

leden

- Ledenadministratie (ledenlijsten; kaartsysteem van vertrek: afwijzing; afgezien van vertrek, alfabetisch geordend 1960-1980) 1955-1980 (dozen 49-56)*

 

- Ledenadministratie, vertreklijsten van ge(r)emigreerde personen 1989-1990) (doos 111)

Statistische gegevens

- Statistische gegevens over o.a. aanmeldingen en aantallen vertrokken personen 1975-1987 (doos 32)

Verwijzingen naar wetten, Nederland
  • 1952 Wet op de organen voor de emigratie, Stb.no. 279
Inhoud overig

organisatie

- Statuten CEC 1951-1980 (doos 33)

- Personeelszaken CEC 1956-1982, 1964-1984 (dozen 6-7, 61)

 

- Taakverbreding CEC 1963-1964 en reorganisatie emigratiebestel 1969-1975 (doos 72, zie ook 81-83)

- Correspondentie inzake opheffing CEC 1991 (doos 144)

 

- Archivalia (toespraken; rapporten, cijfers) van T. Cnossen 1950-1984 (doos 30)*

 

- Correspondentie 1966-1985 (doos 62)

 

- Subsidieverlening 1952-1984 (doos 31)*

 

emigratie

- Rapporten over emigratie 1955-1988 (doos 36)

 

- Verslagen van oriëntatiereizen en informatie over emigratielanden (doos 39-48; 84-85) Het betreft de landen: Australië; Brazilië; Canada, (jonge boerenprogramma); Nieuw-Zeeland; Verenigde Staten, Zuid-Afrika; overige landen)

 

- Voorlichtingsmateriaal voor emigranten en uitgaven van het Emigratiebestuur; de Nederlandse Emigratiedienst; de Raad voor de Emigratie e.d. (doos 38)

 

- Knipsels en periodieken (Mededelingenblad van de Christelijke Emigratie Centrale 1946-1955; Emigratiekoerier (vervolg van het Mededelingenblad 1956-1972; Emigratiekroniek 1958-1961)

 

- Stukken betreffende een documentaire over migratie (z.d.) (doos 35)

- Beeldmateriaal (dia's en foto's) (dozen 189-191)

wetgeving

- 1952 Wet op de organen voor de emigratie, Stb.no. 279 (doos 30)

Bestemmingslanden
Opmerkingen

1) De inventaris is raadpleegbaar als PDF-bestand. De diverse dozen die uitsluitend bestuursstukken, stukken van commissies van het Emigratiebestuur, de Emigratiecommissie van de SER, of regionale emigratiecommissies van de CEC of hun emigratieconsulenten bevatten van na de onderzoeksperiode, zijn niet apart beschreven. Dat geldt ook voor stukken betreffende remigratie (van Surinamers en/ of buitenlandse werknemers) en voor de correspondentie die buiten de onderzoeksperiode valt. De bestemmingslanden zoals opgesomd betreffen wel het volledige archief (op basis van de inventarisomschrijving) waarbij wordt opgemerkt dat voor de periode 1945-1967 het uitsluitend 'traditionele (overzeese) bestemmingen betreft.

 

2) In het streekarchief Voorne-Putten, Rozenburg bevindt zich een afdelingsarchief van de Christelijke Emigratie Centrale. Het is geïnventariseerd door E. Lassing-van Gameren, Inventaris van het archief van de Christelijke Emigratie Centrale Afd. Voorne-Putten en Rozenburg (1938-1960), inv. nr. 429, juni 2005. Het bestaat uit 26 inventarisnummers (financiële stukken; ledenlijsten; correspondentie met de secretaris van de afdeling Zuid-Holland (1952-1960), stukken van de emigratie-omscholingscommissie; voorlichting en overige stukken inzake emigratie naar Canada). Het is niet uitgesloten dat er meer afdelingsarchieven van de CEC bewaard zijn gebleven.

 

3) Appreciatie:

Het archief bevat materiaal over de gehele periode, waarbij moet worden opgemerkt dat de archiefbescheiden over de periode na 1967 in ruimere mate bewaard zijn dan die betreffende de onderzoeksperiode 1945-1967. Voornamelijk de correspondentie met derden (betrokken andere organisaties) en stukken van de Raad voor de Emigratie en het Emigratiebestuur over de periode 1952-1967 ontbreken.

 

4) Als gevolg van het ontbreken van statuten uit 1938 is het niet duidelijk of de vrouwenbonden vanaf het oprichtingsjaar al een vertegenwoordigster naar het bestuur van de Christelijke Emigratie Centrale konden afvaardigen of dat dit pas op een later tijdstip mogelijk werd.


Leden

Afvaardigende organisaties

Doorgenomen archieven / series

Archief van de Christelijke Emigratie Centrale

Periode archief

1929-1991(1993)

Vindplaats

Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme, Amsterdam

Openbaarheid

volledig

Omvang; inventarisnummers

20 m., 191 dozen

Informatiedrager
Vernietigd

nee

Toegang(en)

Urbanus-Kamper, M.A. en J. van Doorn, Inventaris van het archief van de Christelijke Emigratie Centrale (1929-1991) (Amsterdam 1990-1993) met vijf aanvullingen (herzien in 2005)

Kenmerk toegang

nr. 492

Indices op toegang

geen

Originele archivalia van archiefvormer in andere archieven

onbekend

Originele archivalia van andere archiefvormers in dit archief; gedeponeerde archieven

archivalia van de Gereformeerde Emigratie Vereeniging; van de Christelijke Emigratie Vereeniging en van de Vereniging Emigratie in Groepsverband Het Tweede Vaderland (notulen- en kasboek) (doos 33)

opmerkingen structuur archief

Het archief bestond bij deponering voor een gedeelte uit losse stukken en was voor een deel verpakt in dozen. De doosopschriften zijn overgenomen in de plaatsingslijst; van de losse stukken is een globale omschrijving gegeven. In 1991, 1992 en 1993 zijn er aanzienlijke gedeelten aan het archief toegevoegd. In 2005 is het archief hernummerd. De nummering van 2005 is voor deze beschrijving gebruikt.

Seriële bescheiden

organisatie

- Financiële bescheiden 1946-1986 (grootboekkaarten; balansgegevens; kas- en loonboeken; jaarrekeningen; giroafschriften; contributiebetalingen) (dozen 1-4; 57)

- Jaarverslagen 1955-1966 (doos 37)

 

bestuur

- Agenda's, notulen, presentielijsten 1952-1991 (dozen 140-143)*

 

- Notulen van het Dagelijks Bestuur van de CEC 1952-1977 (doos 18)*

 

- Notulen van het Hoofdbestuur van de CEC 1952-1985 (doos 69)

- Stukken van het bestuur 1989-1993 (doos 157-158)

- Agenda's en notulen ledenvergaderingen 1950-1985 (doos 71)

 

leden

- Ledenadministratie (ledenlijsten; kaartsysteem van vertrek: afwijzing; afgezien van vertrek, alfabetisch geordend 1960-1980) 1955-1980 (dozen 49-56)*

 

- Ledenadministratie, vertreklijsten van ge(r)emigreerde personen 1989-1990) (doos 111)

Statistische gegevens

- Statistische gegevens over o.a. aanmeldingen en aantallen vertrokken personen 1975-1987 (doos 32)

Verwijzingen naar wetten, Nederland
  • 1952 Wet op de organen voor de emigratie, Stb.no. 279
Inhoud overig

organisatie

- Statuten CEC 1951-1980 (doos 33)

- Personeelszaken CEC 1956-1982, 1964-1984 (dozen 6-7, 61)

 

- Taakverbreding CEC 1963-1964 en reorganisatie emigratiebestel 1969-1975 (doos 72, zie ook 81-83)

- Correspondentie inzake opheffing CEC 1991 (doos 144)

 

- Archivalia (toespraken; rapporten, cijfers) van T. Cnossen 1950-1984 (doos 30)*

 

- Correspondentie 1966-1985 (doos 62)

 

- Subsidieverlening 1952-1984 (doos 31)*

 

emigratie

- Rapporten over emigratie 1955-1988 (doos 36)

 

- Verslagen van oriëntatiereizen en informatie over emigratielanden (doos 39-48; 84-85) Het betreft de landen: Australië; Brazilië; Canada, (jonge boerenprogramma); Nieuw-Zeeland; Verenigde Staten, Zuid-Afrika; overige landen)

 

- Voorlichtingsmateriaal voor emigranten en uitgaven van het Emigratiebestuur; de Nederlandse Emigratiedienst; de Raad voor de Emigratie e.d. (doos 38)

 

- Knipsels en periodieken (Mededelingenblad van de Christelijke Emigratie Centrale 1946-1955; Emigratiekoerier (vervolg van het Mededelingenblad 1956-1972; Emigratiekroniek 1958-1961)

 

- Stukken betreffende een documentaire over migratie (z.d.) (doos 35)

- Beeldmateriaal (dia's en foto's) (dozen 189-191)

wetgeving

- 1952 Wet op de organen voor de emigratie, Stb.no. 279 (doos 30)

Bestemmingslanden
Opmerkingen

1) De inventaris is raadpleegbaar als PDF-bestand. De diverse dozen die uitsluitend bestuursstukken, stukken van commissies van het Emigratiebestuur, de Emigratiecommissie van de SER, of regionale emigratiecommissies van de CEC of hun emigratieconsulenten bevatten van na de onderzoeksperiode, zijn niet apart beschreven. Dat geldt ook voor stukken betreffende remigratie (van Surinamers en/ of buitenlandse werknemers) en voor de correspondentie die buiten de onderzoeksperiode valt. De bestemmingslanden zoals opgesomd betreffen wel het volledige archief (op basis van de inventarisomschrijving) waarbij wordt opgemerkt dat voor de periode 1945-1967 het uitsluitend 'traditionele (overzeese) bestemmingen betreft.

 

2) In het streekarchief Voorne-Putten, Rozenburg bevindt zich een afdelingsarchief van de Christelijke Emigratie Centrale. Het is geïnventariseerd door E. Lassing-van Gameren, Inventaris van het archief van de Christelijke Emigratie Centrale Afd. Voorne-Putten en Rozenburg (1938-1960), inv. nr. 429, juni 2005. Het bestaat uit 26 inventarisnummers (financiële stukken; ledenlijsten; correspondentie met de secretaris van de afdeling Zuid-Holland (1952-1960), stukken van de emigratie-omscholingscommissie; voorlichting en overige stukken inzake emigratie naar Canada). Het is niet uitgesloten dat er meer afdelingsarchieven van de CEC bewaard zijn gebleven.

 

3) Appreciatie:

Het archief bevat materiaal over de gehele periode, waarbij moet worden opgemerkt dat de archiefbescheiden over de periode na 1967 in ruimere mate bewaard zijn dan die betreffende de onderzoeksperiode 1945-1967. Voornamelijk de correspondentie met derden (betrokken andere organisaties) en stukken van de Raad voor de Emigratie en het Emigratiebestuur over de periode 1952-1967 ontbreken.

 

4) Als gevolg van het ontbreken van statuten uit 1938 is het niet duidelijk of de vrouwenbonden vanaf het oprichtingsjaar al een vertegenwoordigster naar het bestuur van de Christelijke Emigratie Centrale konden afvaardigen of dat dit pas op een later tijdstip mogelijk werd.


Analyse archivalia

Titel Dossierbeschrijving Christelijke Emigratie Centrale
Inventaristekst

seriële bescheiden

 

bestuur

- dozen 140-143 Agenda's, notulen, presentielijsten 1952-1991

Conform inventarisbeschrijving. NB: Alleen doos 141 bevat materiaal betreffende de onderzoeksperiode.

 

- doos 18 Notulen van het Dagelijks Bestuur van de CEC 1952-1977

Conform inventarisbeschrijving. De notulen bestaan uit korte besluitenlijsten en zijn niet compleet. Vooral over de eerste jaren (1952-1955) ontbreken besluitenlijsten. Het Dagelijks Bestuur vergaderde ongeveer zeven maal per jaar. Vanaf 1954 krijgen de besluitenlijsten het karakter van notulen van meerdere pagina's.

De eerste jaren behandelen de notulen veelvuldig de contacten met de zusterorganisaties van de CEC in het buitenland (voor Canada: Canadian Netherlands Immigration Council (J. VanderVliet en J. Heersink); Immigration Committee Christian Reformed Church, Toronto; Canadian Committee for Dutch Reformed Immigrants; Reformed Church of America, Hamilton, Canada (Ds J. van Kuiken); zie ook Multicultural History Society Ontario); contacten met Canadian Pacific Railways; contacten met andere landen (Australië, Zuid-Afrika en Zuid-Amerika) en contacten met internationale organisaties (Provisional Intergovernmental Committee for the Movement of Migrants from Europe (PICMME); Intergovernmental Committee for European Migration (ICEM) en de Conference of Non-Governmental Organisations interested in Migration (Genève). Vermelding van contacten met de vertegenwoordigende organisaties in het bestuur gaan in het algemeen in de vorm van korte mededelingen. Vanaf 1959-1960 nemen rapportages over de werkzaamheden van de Raad voor de Emigratie of het Emigratiebestuur toe.

 

 

leden

dozen 49-56 Ledenadministratie (ledenlijsten; kaartsysteem van vertrek: afwijzing; afgezien van vertrek, alfabetisch geordend 1960-1980) 1955-1980

Ingezien: doos 50 Australië; doos 52 Canada; doos 56.

- doos 50 en 52 betreffen een kaartsysteem. De kaarten zijn van standaardmodel en hebben als vaste gegevens: nummer (ingevuld door CEC met landaanduiding en dossiernummer); naam, adres, woonplaats, provincie, geboortedatum, verhuisgegevens, naam CEC-administrateur, cliëntnummer (toegekend door de Nederlandse Emigratiedienst); beroep, godsdienst, gezinssamenstelling, geplaatst bij; datum vertrek (meestal met toevoeging van vervoermiddel). Daarnaast worden nog een aantal standaard gegevens van/voor de Nederlandse Emigratie Dienst ingevuld (categorie, bijslag, papieren gereed ja/nee). Op de achterzijde van de kaart zijn aantekeningen te vinden betreffende het voorbereidingstraject, zoals datum interview; keuring; ev. doorsturen van gegevens naar de Canadese zusterorganisaties etc. Deze gegevens zijn veelal technische van aard. NB: bij godsdienst komen vermeldingen als 'presbyterian'; 'moslim' etc. voor (doos 50).

 

- doos 56 bevat vier A-4 schriften met harde kaft, een omslag met tabs en een map 'aanvullingen'. Drie schriften en de omslag met tabs bevatten handgeschreven 'ledenlijsten vertrokken personen naar diverse landen, geordend per land 1978-1983. Naast adresgegevens en dossiernummers worden vermeld gezinsgrootte; religie voorlichting/gesprek; vertrek(datum)/annulering. Het andere schrift bevat handgeschreven overzichten van het aantal leden per provincie 1955-1981.

 

 

inhoud overig

 

organisatie

- doos 30 Archivalia (toespraken; rapporten, cijfers) van T. Cnossen 1950-1984

De doos bevat vooral materiaal van na de onderzoeksperiode 1945-1967. In een plastic omslag bevinden zich de archiefbescheiden van T. Cnossen, deels als directeur van de Centrale Stichting Landbouw Emigratie CSLE; deels als directeur Christelijke Emigratie Centrale. De omslag bevat documenten uit 1950-1951 en 1960 met commentaar op de concept-Wet op de Organen voor de Emigratie (1952) van de Nederlandse Christelijke Landarbeidersbond, de Centrale Stichting Landbouw Emigratie; het hoofdbestuur van de CEC (alsmede een nota inzake emigratiebeleid 1960) en de Katholieke Centrale Emigratie Stichting; enige correspondentie en toespraken gehouden bij het afscheid van Cnossen als directeur van de CEC in 1962.

 

- doos 31 Subsidieverlening 1952-1984

Deze doos bevat een aantal omslagen samengesteld door J. Berghuis, lid Dagelijks Bestuur CEC. Ze bevatten o.m. kopieën van jaarrekeningen 1952-1956; korte besluitlijsten van vergaderingen van Dagelijks Bestuur en Hoofdbestuur CEC (ca. 1951-1956, ongeordend) inkomende correspondentie aan J. Berghuis (o.a. van afdeling CEC-Zuid-Holland).