Emigratie1945-1967

 
English | Nederlands

Nederlandse Vrouwen Comité

Naam archiefvormer Nederlandse Vrouwen Comité
Periode van bestaan (1941)1944-1975
Land van herkomst archiefvormer
Navigatiekaart Algemeen Australië Canada

Naam, varianten

Nederlands Vrouwen Comité; N.V.C.; NVC

Organisatie en inrichting
Toon

Verberg

In 1941 kwamen twaalf vertegenwoordigsters van Nederlandse vrouwenorganisaties bijeen in De Born te Bennekom om te spreken over een gezamenlijke naoorlogse organisatie voor vrouwen. In 1944 werd de naam 'Nederlandse Vrouwen Comité' aangenomen; op 28 juni 1945 vond de eerste officiële vergadering plaats van het NVC, dat ging gelden als contactorgaan van landelijke vrouwenorganisaties met een open lidmaatschap, die hun bestaansrecht hadden bewezen. Aangesloten organisaties die aan deze criteria voldeden, vaardigden één vertegenwoordigster af. In 1975 fuseerde het NVC met de Nationale Vrouwenraad van Nederland en de Nederlandse Federatie voor Vrouwelijke Vrijwillige Hulpverlening tot de Nederlandse Vrouwen Raad.

 

Het Nederlandse Vrouwen Comité stelde in juni 1951 een Emigratie Commissie in. De bij het Nederlandse Vrouwen Comité aangesloten vrouwenorganisaties die met emigratie te maken hadden, wezen een lid aan voor deze commissie. Bij de instelling in 1951 betrof dit de Bond van Plattelandsvrouwen; de Nationale Vrouwenraad voor Nederland; de Christen Jonge Vrouwen Federatie; de Bond van Christen Boerinnen, Boerendochters, Plattelandsvrouwen en -meisjes in Nederland; de Vrouwenbond van de Partij van de Arbeid; de Nederlandse Christen Vrouwenbond; de Rooms Katholieke Boerinnenbond (zie opm. 2); de Vrouwenbond N.V.V.; het Centrum der Nederlandse Katholieke Vrouwenbeweging; de Nederlandse Vereniging van Huisvrouwen. Daarnaast had ook een deskundige op het gebied van landbouwhuishoudonderwijs zitting.

 

In 1952 vormde de Emigratie Commissie van het NVC ten behoeve van emigratievoorlichting 13 Provinciale Advies Commissies, elk bestaande uit vier leden. De Provinciale Advies Commissies waren gevestigd in Leeuwarden, Groningen, Assen, Zwolle, Arnhem, Roermond, Tilburg, Goes, Rotterdam, Den Haag, Amsterdam, Alkmaar en Utrecht. In 1956 werden de Provinciale Advies Commissies op één na (Den Haag) opgeheven, aangezien vanaf dat jaar steeds vaker vrouwelijke voorlichters in dienst waren bij de openbare aanmeldingskantoren (Gewestelijke Arbeidsbureaus) en de erkende particuliere aanmeldingsorganen (m.n. de Algemene Emigratie Centrale, Christelijke Emigratie Centrale en Katholieke Centrale Emigratie Stichting).

 

De Emigratie Commissie van het NVC werd in 1966 opgeheven.

 

De werkzaamheden werden datzelfde jaar overgenomen door de Vrouwen Emigratie Commissie, ingesteld door de Algemene Emigratie Centrale, De Christelijke Emigratie Centrale en de Katholieke Centrale Emigratie Stichting. Het voorzitterschap van deze nieuwe commissie bleef in 1966 in handen van J.B. Scherpbier-Samson en ging in 1967 over op H.C. Dirkse-Bresters, vanaf 1951 lid van de Emigratiecommissie van het Nederlandse Vrouwen Comité (bron: Atria, archief Nederlandse Christen Vrouwen Bond, inv.nr. 256 en archief Christen Jonge Vrouwen Federatie, inv.nr. N 17.9.1)

 

Het NVC was met drie, later vier zetels vertegenwoordigd in de Raad voor de Emigratie en met één zetel in het Emigratiebestuur.

 

Voorzitter Emigratiecommissie NVC:

1951-1962 W. Evers-Dijkhuizen

1962- 1966 J.B. Scherpbier-Samson

 

Secretaris:

1951-1956 J.J. Th. ten Broecke Hoekstra

1957-1966 E.A. van Veen

Taak, activiteiten
Toon

Verberg

Het voornaamste doel van het Nederlandse Vrouwen Comité was het versterken van de saamhorigheid onder vrouwen, waarbij de verbetering van de positie van werkende (gehuwde) vrouwen een belangrijk aandachtspunt was. Het NVC diende regelmatig adressen in bij overheids- en andere instanties en werd frequent geraadpleegd door de overheid bij de aanwijzing van vrouwelijke afgevaardigden in adviescommissies of delegaties naar (inter)nationale bijeenkomsten (van bijvoorbeeld de Verenigde Naties). In 1949 verzocht het NVC een plaats te krijgen in de Commissie Landbouw Emigratie.

 

De Emigratie Commissie diende ter formulering van het eigen beleid op gebied van emigratie, fungeerde als klankbord voor de afgevaardigden naar diverse adviescommissies en organisaties op dit terrein en inventariseerde de internationale contacten van de diverse vrouwenorganisaties op dit vlak. Zij had als voornaamste taak om de belangen van alle Nederlandse vrouwelijke aspirant-emigranten te behartigen.

Naast het aanwijzen van vertegenwoordigsters bij de Raad voor de Emigratie en het Emigratiebestuur werden hiertoe 13 Provinciale Advies Commissies ingesteld. Deze hadden tot taak vrouwelijke aspirant-emigranten (zowel diegenen die aangesloten waren bij (vrouwen)organisaties als degenen die dat niet waren) in het algemeen te adviseren over emigratie, vooral op vlakken die voor vrouwen van belang werden geacht (taal, voeding, medische verzorging).

Voorloper

niet van toepassing

Opvolger

Nederlandse Vrouwen Raad

Typering instelling
Typering taken
Kerkelijke denominatie / zuil
Doelgroepen
Verband met andere archiefvormers: is vertegenwoordigd in:

Stichting Landverhuizing Nederland

Commissie Landbouw-Emigratie

Raad voor de Emigratie

Emigratiebestuur

Stichting Nederlands Emigratie Fonds

Literatuur
Toon

Verberg

periodieken en uitgaven NVC

De vrouw en de emigratie: geschiedenis en gegevens. Emigratie-Commissie van het Nederlandse Vrouwen Comité (z.p. 1960).

 

Coobs, W.H., Ons tweede huis. Emigrantenvrouwen schrijven van verre, Emigratie-Commissie van het Nederlandse Vrouwen Comité (z.p. 1960).

 

 

NVC 1944-1964: geschiedenis van het Nederlandse Vrouwen Comité

(z.p. [1964]).

 

De komende en gaande man (Den Haag 1971) [uitgave van de Vrouwen Emigratie Commissie]

 

literatuur

Faassen, Marijke van, 'Vrouwen in den vreemde. Emigratievoorlichting door het Nederlandse Vrouwen Comité,' in: Spiegel Historiael, 37 (2002), afl. 7-8, 325-329.

 

Vermeij, Roos en Remco Raben, 'De eigenwaarde van de vrouw. Mej. mr. Marie Anne Tellegen en het Nederlandse Vrouwen Comité,' in: Paul Luykx en Pim Slot (red.), Een stille Revolutie? Cultuur en mentaliteit in de lange jaren vijftig (Hilversum 1997) 89-109.

 

Voet-Eggink, W.M., Het Nederlandse Vrouwen Comité in het verleden, (Den Haag 1971).

Doorgenomen archieven / series

Archief van het Nederlandse Vrouwen Comité (NVC)

Periode archief

1945-1975

Vindplaats

Atria, Kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis, Amsterdam

Openbaarheid

volledig

Omvang; inventarisnummers

6,6 m., 204 inv.nrs.

Informatiedrager
Vernietigd

onbekend

Toegang(en)

Hentenaar, Yolande en Annemarie Kloosterman, Inventaris van het archief van het Nederlandse Vrouwen Comité 1945-1975 (Amsterdam 1995, 1998-1999) [digitaal raadpleegbaar, met historische inleiding]

Kenmerk toegang

nr. 118

Indices op toegang

geen

Originele archivalia van archiefvormer in andere archieven

onbekend

Originele archivalia van andere archiefvormers in dit archief; gedeponeerde archieven

geen

opmerkingen structuur archief

geen

Seriële bescheiden

- Agenda's en notulen van de bestuursvergaderingen NVC, 1945-1968 (inv.nrs. 1-3)

- Agenda's en notulen van vergaderingen van de Emigratie Commissie van het NVC, 1951-1964 (inv.nr. 122)

 

- Jaarverslagen en jaaroverzichten NVC, 1945-1962 (inv.nr. 11)*

- Jaarverslagen over 1951-1963 van de Emigratie Commissie van het NVC, 1952-1963 (inv.nr. 123)

 

- Ingekomen stukken en minuten van uitgaande stukken NVC, 1945-1973 (inv.nrs. 12-36)

- Ingekomen stukken en minuten van uitgaande stukken aan emigratieorganisaties en de Emigratie Commissie van het NVC, 1961-1967 (inv.nr. 121)

Statistische gegevens

geen [m.b.t. emigratie]

Inhoud overig

- Stukken betreffende emigratie op onderwerp:

Nederlands Emigratie Fonds, Kaderdagen NVC 1954, 1959; correspondentie; emigratiecorrespondentie Mej. M.A. Tellegen; correspondentie met Centrale Stichting Landbouw Emigratie; de Commissie Landbouw Emigratie (Commissie Schilthuis); de Stichting Landverhuizing Nederland; de Commissaris voor de Emigratie B.W. Haveman, 1945-1962 (inv.nr. 120)*

 

- Correspondentie betreffende NVC-vertegenwoordiging in de Raad voor de Emigratie, Emigratiebestuur en hun diverse commissies voor emigratie, de Emigratiecommissie NVC en met de Nederlandse Emigratiedienst, 1950-1963 (inv.nr. 125)

 

- Documentatie betreffende geëmigreerde vrouwen, 1964 (inv.nr. 126)*

 

 

Ter signalering:

- Ingekomen circulaires en verslagen van vergaderingen, met bijlagen, van de Emigratiecommissie van de Sociaal-Economische Raad (SER) 1968-1969 (inv.nr. 124)

 

- Stukken m.b.t. 'Indonesië', houdende stukken betreffende Europeanen aldaar voor de onafhankelijkheid en contacten met de Indonesische vrouwenbeweging en -organisaties na de onafhankelijkheid, hulp aan Zuid-Molukken en hulp aan gerepatrieerden. 1948-1953 (inv.nr. 127)

Bestemmingslanden
Opmerkingen

1. In het Nationaal Archief, Den Haag bevinden zich delen van het audiovisuele archief van de Nederlandse Emigratie Dienst (ongeïnventariseerd, stand van zaken mei 2005). Hierin bevindt zich een singletje genaamd 'Vrouwenpraet', gemaakt in opdracht van de Emigratie Commissie van het Nederlandse Vrouwen Comité. Het singletje was bedoeld om vrouwen voor te bereiden op de eerste tijd na de emigratie.

 

2. 'De' Rooms-Katholieke Boerinnenbond bestond aanvankelijk niet als zodanig. Vanaf eind jaren twintig waren er diverse gewestelijk (diocesaan of interdiocesaan) georganiseerde Rooms-Katholieke Boerinnenbonden, elk met plaatselijke afdelingen. Zij vormden organisatorisch een onderdeel van de mannelijke standsorganisaties. Zo hadden de Noord-Brabantse Christelijke Boerenbond (NCB), de Aartsdiocesane R.K. Boeren en Tuindersbond (ABTB), de Limburgse Land- en Tuinbouwbond te Roermond (LLTB, zie Joosten, J.Th.) en de Katholieke Land- en Tuinbouwbond te Haarlem (LTB) hun eigen Boerinnenbond. In 1955 werd de Katholieke Nederlandse Boerinnenbond als koepelorganisatie voor de gewestelijke RK Boerinnenbonden opgericht.

De vertegenwoordigster van de Rooms-Katholieke Boerinnenbond van de NCB had vanaf het begin zitting in de Emigratie Commissie van het Nederlandse Vrouwen Comité (inv.nr. 120).

 

3. Ter signalering: Hoewel de Unie van Vrouwelijke Vrijwilligers (UVV) als lid van het Nederlandse Vrouwen Comité niet vertegenwoordigd was in het Emigratie Comité van de NVC, zijn er wel contacten geweest met de Commissaris voor de Emigratie. Het archief van de UVV, later Stichting Landelijke Unie van Vrijwilligers, bevindt zich in het Gemeentearchief Amsterdam (toegangsnummer 1144).

- Inv.nr. 313 betreft correspondentie met de Commissaris voor de Emigratie van het ministerie van Sociale zaken en Volksgezondheid, 1958-1959.

 

4) Bijgewerkt 2013.

Titel Dossierbeschrijving Nederlandse Vrouwen Comité
Inventaristekst

- inv.nr. 11 Jaarverslagen en jaaroverzichten NVC 1945-1962

Bevat o.m. de personele samenstelling van de diverse commissies van het NVC, waaronder de emigratiecommissie van het NVC en de personele afvaardiging naar andere organisaties, zoals naar het Emigratiebestuur en de Raad voor de Emigratie; werkcommissie Vrouw en Emigratie etc.

 

- inv.nr. 120 Stukken betreffende emigratie op onderwerp 1945-1962

De stukken betreffende de kaderdagen geven zicht op de training die de NVC-Emigratiecommissieleden kregen ten behoeve van hun voorlichtingstaken.

 

De correspondentie in dit pak betreft, naast de meer beleidsmatige briefwisseling tussen genoemde correspondenten, o.m. de uitvoerende taken van het Emigratie Comité in de vorm van het 'correspondentieplan met vrijgezelle emigranten', bedoeld om briefcontact tussen Nederlandse vrouwen en al geëmigreerde Nederlandse mannen te stimuleren; correspondentie betreffende de organisatie, jurering en promotie van de opstelwedstrijd 'Ons tweede huis' (vergroting van emigratiebereidheid in samenwerking met het Emigratiecommissariaat en mede gefinancierd door het Intergovernmental Committee for European Migration (ICEM), zie artikel Van Faassen).

 

- inv.nr. 126 Documentatie betreffende geëmigreerde vrouwen 1964

Bevat o.m. een doctoraalscriptie sociologie van H. van der Kloet, getiteld Enkele aspecten van de aanpassing van gehuwde Nederlandse vrouwen in Australië (1964) gemaakt op basis van gegevens van de opstelwedstrijd 'Ons tweede huis'. De scriptie bevat geaggregeerde statistische gegevens.

Algemeen

Naam, varianten

Nederlands Vrouwen Comité; N.V.C.; NVC

Organisatie en inrichting

In 1941 kwamen twaalf vertegenwoordigsters van Nederlandse vrouwenorganisaties bijeen in De Born te Bennekom om te spreken over een gezamenlijke naoorlogse organisatie voor vrouwen. In 1944 werd de naam 'Nederlandse Vrouwen Comité' aangenomen; op 28 juni 1945 vond de eerste officiële vergadering plaats van het NVC, dat ging gelden als contactorgaan van landelijke vrouwenorganisaties met een open lidmaatschap, die hun bestaansrecht hadden bewezen. Aangesloten organisaties die aan deze criteria voldeden, vaardigden één vertegenwoordigster af. In 1975 fuseerde het NVC met de Nationale Vrouwenraad van Nederland en de Nederlandse Federatie voor Vrouwelijke Vrijwillige Hulpverlening tot de Nederlandse Vrouwen Raad.

 

Het Nederlandse Vrouwen Comité stelde in juni 1951 een Emigratie Commissie in. De bij het Nederlandse Vrouwen Comité aangesloten vrouwenorganisaties die met emigratie te maken hadden, wezen een lid aan voor deze commissie. Bij de instelling in 1951 betrof dit de Bond van Plattelandsvrouwen; de Nationale Vrouwenraad voor Nederland; de Christen Jonge Vrouwen Federatie; de Bond van Christen Boerinnen, Boerendochters, Plattelandsvrouwen en -meisjes in Nederland; de Vrouwenbond van de Partij van de Arbeid; de Nederlandse Christen Vrouwenbond; de Rooms Katholieke Boerinnenbond (zie opm. 2); de Vrouwenbond N.V.V.; het Centrum der Nederlandse Katholieke Vrouwenbeweging; de Nederlandse Vereniging van Huisvrouwen. Daarnaast had ook een deskundige op het gebied van landbouwhuishoudonderwijs zitting.

 

In 1952 vormde de Emigratie Commissie van het NVC ten behoeve van emigratievoorlichting 13 Provinciale Advies Commissies, elk bestaande uit vier leden. De Provinciale Advies Commissies waren gevestigd in Leeuwarden, Groningen, Assen, Zwolle, Arnhem, Roermond, Tilburg, Goes, Rotterdam, Den Haag, Amsterdam, Alkmaar en Utrecht. In 1956 werden de Provinciale Advies Commissies op één na (Den Haag) opgeheven, aangezien vanaf dat jaar steeds vaker vrouwelijke voorlichters in dienst waren bij de openbare aanmeldingskantoren (Gewestelijke Arbeidsbureaus) en de erkende particuliere aanmeldingsorganen (m.n. de Algemene Emigratie Centrale, Christelijke Emigratie Centrale en Katholieke Centrale Emigratie Stichting).

 

De Emigratie Commissie van het NVC werd in 1966 opgeheven.

 

De werkzaamheden werden datzelfde jaar overgenomen door de Vrouwen Emigratie Commissie, ingesteld door de Algemene Emigratie Centrale, De Christelijke Emigratie Centrale en de Katholieke Centrale Emigratie Stichting. Het voorzitterschap van deze nieuwe commissie bleef in 1966 in handen van J.B. Scherpbier-Samson en ging in 1967 over op H.C. Dirkse-Bresters, vanaf 1951 lid van de Emigratiecommissie van het Nederlandse Vrouwen Comité (bron: Atria, archief Nederlandse Christen Vrouwen Bond, inv.nr. 256 en archief Christen Jonge Vrouwen Federatie, inv.nr. N 17.9.1)

 

Het NVC was met drie, later vier zetels vertegenwoordigd in de Raad voor de Emigratie en met één zetel in het Emigratiebestuur.

 

Voorzitter Emigratiecommissie NVC:

1951-1962 W. Evers-Dijkhuizen

1962- 1966 J.B. Scherpbier-Samson

 

Secretaris:

1951-1956 J.J. Th. ten Broecke Hoekstra

1957-1966 E.A. van Veen

Taak, activiteiten

Het voornaamste doel van het Nederlandse Vrouwen Comité was het versterken van de saamhorigheid onder vrouwen, waarbij de verbetering van de positie van werkende (gehuwde) vrouwen een belangrijk aandachtspunt was. Het NVC diende regelmatig adressen in bij overheids- en andere instanties en werd frequent geraadpleegd door de overheid bij de aanwijzing van vrouwelijke afgevaardigden in adviescommissies of delegaties naar (inter)nationale bijeenkomsten (van bijvoorbeeld de Verenigde Naties). In 1949 verzocht het NVC een plaats te krijgen in de Commissie Landbouw Emigratie.

 

De Emigratie Commissie diende ter formulering van het eigen beleid op gebied van emigratie, fungeerde als klankbord voor de afgevaardigden naar diverse adviescommissies en organisaties op dit terrein en inventariseerde de internationale contacten van de diverse vrouwenorganisaties op dit vlak. Zij had als voornaamste taak om de belangen van alle Nederlandse vrouwelijke aspirant-emigranten te behartigen.

Naast het aanwijzen van vertegenwoordigsters bij de Raad voor de Emigratie en het Emigratiebestuur werden hiertoe 13 Provinciale Advies Commissies ingesteld. Deze hadden tot taak vrouwelijke aspirant-emigranten (zowel diegenen die aangesloten waren bij (vrouwen)organisaties als degenen die dat niet waren) in het algemeen te adviseren over emigratie, vooral op vlakken die voor vrouwen van belang werden geacht (taal, voeding, medische verzorging).

Voorloper

niet van toepassing

Opvolger

Nederlandse Vrouwen Raad

Typering instelling
Typering taken
Kerkelijke denominatie / zuil
Doelgroepen
Verband met andere archiefvormers: is vertegenwoordigd in:

Stichting Landverhuizing Nederland

Commissie Landbouw-Emigratie

Raad voor de Emigratie

Emigratiebestuur

Stichting Nederlands Emigratie Fonds

Literatuur

periodieken en uitgaven NVC

De vrouw en de emigratie: geschiedenis en gegevens. Emigratie-Commissie van het Nederlandse Vrouwen Comité (z.p. 1960).

 

Coobs, W.H., Ons tweede huis. Emigrantenvrouwen schrijven van verre, Emigratie-Commissie van het Nederlandse Vrouwen Comité (z.p. 1960).

 

 

NVC 1944-1964: geschiedenis van het Nederlandse Vrouwen Comité

(z.p. [1964]).

 

De komende en gaande man (Den Haag 1971) [uitgave van de Vrouwen Emigratie Commissie]

 

literatuur

Faassen, Marijke van, 'Vrouwen in den vreemde. Emigratievoorlichting door het Nederlandse Vrouwen Comité,' in: Spiegel Historiael, 37 (2002), afl. 7-8, 325-329.

 

Vermeij, Roos en Remco Raben, 'De eigenwaarde van de vrouw. Mej. mr. Marie Anne Tellegen en het Nederlandse Vrouwen Comité,' in: Paul Luykx en Pim Slot (red.), Een stille Revolutie? Cultuur en mentaliteit in de lange jaren vijftig (Hilversum 1997) 89-109.

 

Voet-Eggink, W.M., Het Nederlandse Vrouwen Comité in het verleden, (Den Haag 1971).

Doorgenomen archieven / series

Archief van het Nederlandse Vrouwen Comité (NVC)

Periode archief

1945-1975

Vindplaats

Atria, Kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis, Amsterdam

Openbaarheid

volledig

Omvang; inventarisnummers

6,6 m., 204 inv.nrs.

Informatiedrager
Vernietigd

onbekend

Toegang(en)

Hentenaar, Yolande en Annemarie Kloosterman, Inventaris van het archief van het Nederlandse Vrouwen Comité 1945-1975 (Amsterdam 1995, 1998-1999) [digitaal raadpleegbaar, met historische inleiding]

Kenmerk toegang

nr. 118

Indices op toegang

geen

Originele archivalia van archiefvormer in andere archieven

onbekend

Originele archivalia van andere archiefvormers in dit archief; gedeponeerde archieven

geen

opmerkingen structuur archief

geen

Seriële bescheiden

- Agenda's en notulen van de bestuursvergaderingen NVC, 1945-1968 (inv.nrs. 1-3)

- Agenda's en notulen van vergaderingen van de Emigratie Commissie van het NVC, 1951-1964 (inv.nr. 122)

 

- Jaarverslagen en jaaroverzichten NVC, 1945-1962 (inv.nr. 11)*

- Jaarverslagen over 1951-1963 van de Emigratie Commissie van het NVC, 1952-1963 (inv.nr. 123)

 

- Ingekomen stukken en minuten van uitgaande stukken NVC, 1945-1973 (inv.nrs. 12-36)

- Ingekomen stukken en minuten van uitgaande stukken aan emigratieorganisaties en de Emigratie Commissie van het NVC, 1961-1967 (inv.nr. 121)

Statistische gegevens

geen [m.b.t. emigratie]

Inhoud overig

- Stukken betreffende emigratie op onderwerp:

Nederlands Emigratie Fonds, Kaderdagen NVC 1954, 1959; correspondentie; emigratiecorrespondentie Mej. M.A. Tellegen; correspondentie met Centrale Stichting Landbouw Emigratie; de Commissie Landbouw Emigratie (Commissie Schilthuis); de Stichting Landverhuizing Nederland; de Commissaris voor de Emigratie B.W. Haveman, 1945-1962 (inv.nr. 120)*

 

- Correspondentie betreffende NVC-vertegenwoordiging in de Raad voor de Emigratie, Emigratiebestuur en hun diverse commissies voor emigratie, de Emigratiecommissie NVC en met de Nederlandse Emigratiedienst, 1950-1963 (inv.nr. 125)

 

- Documentatie betreffende geëmigreerde vrouwen, 1964 (inv.nr. 126)*

 

 

Ter signalering:

- Ingekomen circulaires en verslagen van vergaderingen, met bijlagen, van de Emigratiecommissie van de Sociaal-Economische Raad (SER) 1968-1969 (inv.nr. 124)

 

- Stukken m.b.t. 'Indonesië', houdende stukken betreffende Europeanen aldaar voor de onafhankelijkheid en contacten met de Indonesische vrouwenbeweging en -organisaties na de onafhankelijkheid, hulp aan Zuid-Molukken en hulp aan gerepatrieerden. 1948-1953 (inv.nr. 127)

Bestemmingslanden
Opmerkingen

1. In het Nationaal Archief, Den Haag bevinden zich delen van het audiovisuele archief van de Nederlandse Emigratie Dienst (ongeïnventariseerd, stand van zaken mei 2005). Hierin bevindt zich een singletje genaamd 'Vrouwenpraet', gemaakt in opdracht van de Emigratie Commissie van het Nederlandse Vrouwen Comité. Het singletje was bedoeld om vrouwen voor te bereiden op de eerste tijd na de emigratie.

 

2. 'De' Rooms-Katholieke Boerinnenbond bestond aanvankelijk niet als zodanig. Vanaf eind jaren twintig waren er diverse gewestelijk (diocesaan of interdiocesaan) georganiseerde Rooms-Katholieke Boerinnenbonden, elk met plaatselijke afdelingen. Zij vormden organisatorisch een onderdeel van de mannelijke standsorganisaties. Zo hadden de Noord-Brabantse Christelijke Boerenbond (NCB), de Aartsdiocesane R.K. Boeren en Tuindersbond (ABTB), de Limburgse Land- en Tuinbouwbond te Roermond (LLTB, zie Joosten, J.Th.) en de Katholieke Land- en Tuinbouwbond te Haarlem (LTB) hun eigen Boerinnenbond. In 1955 werd de Katholieke Nederlandse Boerinnenbond als koepelorganisatie voor de gewestelijke RK Boerinnenbonden opgericht.

De vertegenwoordigster van de Rooms-Katholieke Boerinnenbond van de NCB had vanaf het begin zitting in de Emigratie Commissie van het Nederlandse Vrouwen Comité (inv.nr. 120).

 

3. Ter signalering: Hoewel de Unie van Vrouwelijke Vrijwilligers (UVV) als lid van het Nederlandse Vrouwen Comité niet vertegenwoordigd was in het Emigratie Comité van de NVC, zijn er wel contacten geweest met de Commissaris voor de Emigratie. Het archief van de UVV, later Stichting Landelijke Unie van Vrijwilligers, bevindt zich in het Gemeentearchief Amsterdam (toegangsnummer 1144).

- Inv.nr. 313 betreft correspondentie met de Commissaris voor de Emigratie van het ministerie van Sociale zaken en Volksgezondheid, 1958-1959.

 

4) Bijgewerkt 2013.


Leden

Afvaardigende organisaties

Doorgenomen archieven / series

Archief van het Nederlandse Vrouwen Comité (NVC)

Periode archief

1945-1975

Vindplaats

Atria, Kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis, Amsterdam

Openbaarheid

volledig

Omvang; inventarisnummers

6,6 m., 204 inv.nrs.

Informatiedrager
Vernietigd

onbekend

Toegang(en)

Hentenaar, Yolande en Annemarie Kloosterman, Inventaris van het archief van het Nederlandse Vrouwen Comité 1945-1975 (Amsterdam 1995, 1998-1999) [digitaal raadpleegbaar, met historische inleiding]

Kenmerk toegang

nr. 118

Indices op toegang

geen

Originele archivalia van archiefvormer in andere archieven

onbekend

Originele archivalia van andere archiefvormers in dit archief; gedeponeerde archieven

geen

opmerkingen structuur archief

geen

Seriële bescheiden

- Agenda's en notulen van de bestuursvergaderingen NVC, 1945-1968 (inv.nrs. 1-3)

- Agenda's en notulen van vergaderingen van de Emigratie Commissie van het NVC, 1951-1964 (inv.nr. 122)

 

- Jaarverslagen en jaaroverzichten NVC, 1945-1962 (inv.nr. 11)*

- Jaarverslagen over 1951-1963 van de Emigratie Commissie van het NVC, 1952-1963 (inv.nr. 123)

 

- Ingekomen stukken en minuten van uitgaande stukken NVC, 1945-1973 (inv.nrs. 12-36)

- Ingekomen stukken en minuten van uitgaande stukken aan emigratieorganisaties en de Emigratie Commissie van het NVC, 1961-1967 (inv.nr. 121)

Statistische gegevens

geen [m.b.t. emigratie]

Inhoud overig

- Stukken betreffende emigratie op onderwerp:

Nederlands Emigratie Fonds, Kaderdagen NVC 1954, 1959; correspondentie; emigratiecorrespondentie Mej. M.A. Tellegen; correspondentie met Centrale Stichting Landbouw Emigratie; de Commissie Landbouw Emigratie (Commissie Schilthuis); de Stichting Landverhuizing Nederland; de Commissaris voor de Emigratie B.W. Haveman, 1945-1962 (inv.nr. 120)*

 

- Correspondentie betreffende NVC-vertegenwoordiging in de Raad voor de Emigratie, Emigratiebestuur en hun diverse commissies voor emigratie, de Emigratiecommissie NVC en met de Nederlandse Emigratiedienst, 1950-1963 (inv.nr. 125)

 

- Documentatie betreffende geëmigreerde vrouwen, 1964 (inv.nr. 126)*

 

 

Ter signalering:

- Ingekomen circulaires en verslagen van vergaderingen, met bijlagen, van de Emigratiecommissie van de Sociaal-Economische Raad (SER) 1968-1969 (inv.nr. 124)

 

- Stukken m.b.t. 'Indonesië', houdende stukken betreffende Europeanen aldaar voor de onafhankelijkheid en contacten met de Indonesische vrouwenbeweging en -organisaties na de onafhankelijkheid, hulp aan Zuid-Molukken en hulp aan gerepatrieerden. 1948-1953 (inv.nr. 127)

Bestemmingslanden
Opmerkingen

1. In het Nationaal Archief, Den Haag bevinden zich delen van het audiovisuele archief van de Nederlandse Emigratie Dienst (ongeïnventariseerd, stand van zaken mei 2005). Hierin bevindt zich een singletje genaamd 'Vrouwenpraet', gemaakt in opdracht van de Emigratie Commissie van het Nederlandse Vrouwen Comité. Het singletje was bedoeld om vrouwen voor te bereiden op de eerste tijd na de emigratie.

 

2. 'De' Rooms-Katholieke Boerinnenbond bestond aanvankelijk niet als zodanig. Vanaf eind jaren twintig waren er diverse gewestelijk (diocesaan of interdiocesaan) georganiseerde Rooms-Katholieke Boerinnenbonden, elk met plaatselijke afdelingen. Zij vormden organisatorisch een onderdeel van de mannelijke standsorganisaties. Zo hadden de Noord-Brabantse Christelijke Boerenbond (NCB), de Aartsdiocesane R.K. Boeren en Tuindersbond (ABTB), de Limburgse Land- en Tuinbouwbond te Roermond (LLTB, zie Joosten, J.Th.) en de Katholieke Land- en Tuinbouwbond te Haarlem (LTB) hun eigen Boerinnenbond. In 1955 werd de Katholieke Nederlandse Boerinnenbond als koepelorganisatie voor de gewestelijke RK Boerinnenbonden opgericht.

De vertegenwoordigster van de Rooms-Katholieke Boerinnenbond van de NCB had vanaf het begin zitting in de Emigratie Commissie van het Nederlandse Vrouwen Comité (inv.nr. 120).

 

3. Ter signalering: Hoewel de Unie van Vrouwelijke Vrijwilligers (UVV) als lid van het Nederlandse Vrouwen Comité niet vertegenwoordigd was in het Emigratie Comité van de NVC, zijn er wel contacten geweest met de Commissaris voor de Emigratie. Het archief van de UVV, later Stichting Landelijke Unie van Vrijwilligers, bevindt zich in het Gemeentearchief Amsterdam (toegangsnummer 1144).

- Inv.nr. 313 betreft correspondentie met de Commissaris voor de Emigratie van het ministerie van Sociale zaken en Volksgezondheid, 1958-1959.

 

4) Bijgewerkt 2013.


Analyse archivalia

Titel Dossierbeschrijving Nederlandse Vrouwen Comité
Inventaristekst

- inv.nr. 11 Jaarverslagen en jaaroverzichten NVC 1945-1962

Bevat o.m. de personele samenstelling van de diverse commissies van het NVC, waaronder de emigratiecommissie van het NVC en de personele afvaardiging naar andere organisaties, zoals naar het Emigratiebestuur en de Raad voor de Emigratie; werkcommissie Vrouw en Emigratie etc.

 

- inv.nr. 120 Stukken betreffende emigratie op onderwerp 1945-1962

De stukken betreffende de kaderdagen geven zicht op de training die de NVC-Emigratiecommissieleden kregen ten behoeve van hun voorlichtingstaken.

 

De correspondentie in dit pak betreft, naast de meer beleidsmatige briefwisseling tussen genoemde correspondenten, o.m. de uitvoerende taken van het Emigratie Comité in de vorm van het 'correspondentieplan met vrijgezelle emigranten', bedoeld om briefcontact tussen Nederlandse vrouwen en al geëmigreerde Nederlandse mannen te stimuleren; correspondentie betreffende de organisatie, jurering en promotie van de opstelwedstrijd 'Ons tweede huis' (vergroting van emigratiebereidheid in samenwerking met het Emigratiecommissariaat en mede gefinancierd door het Intergovernmental Committee for European Migration (ICEM), zie artikel Van Faassen).

 

- inv.nr. 126 Documentatie betreffende geëmigreerde vrouwen 1964

Bevat o.m. een doctoraalscriptie sociologie van H. van der Kloet, getiteld Enkele aspecten van de aanpassing van gehuwde Nederlandse vrouwen in Australië (1964) gemaakt op basis van gegevens van de opstelwedstrijd 'Ons tweede huis'. De scriptie bevat geaggregeerde statistische gegevens.


Scans