Ministerie van Sociale Zaken, Rijksarbeidsbureau
Naam archiefvormer | Ministerie van Sociale Zaken, Rijksarbeidsbureau |
Periode van bestaan | 1940-1966 |
Land van herkomst archiefvormer | |
Navigatiekaart | Algemeen Australië Canada |
Naam, varianten | Rijks Arbeids Bureau (1944-1964); R.A.B.; RAB; ARBVO |
Organisatie en inrichting | Toon Verberg Algemeen, zie: Ministerie van Sociale Zaken
Al voor de Tweede Wereldoorlog bestond de behoefte de organisatie van de openbare arbeidsbemiddeling, bestaande uit een centraal Rijksorgaan en gemeentelijke arbeidsbeurzen, te herzien. De Centrale Commissie van Bijstand voor de Arbeidsbemiddeling en de Migratie - een adviserend orgaan ten aanzien van arbeidsbemiddeling - bracht echter in mei 1940 geen unaniem advies uit over deze kwestie. Na de capitulatie waren het de Duitse bezettingsautoriteiten die op centralisatie aandrongen. Door het besluit van 24 september 1940 van de Secretaris-generaal van het Ministerie van Sociale Zaken werd de openbare arbeidsbemiddeling met ingang van 5 oktober 1940 een rijkstaak (Verordeningenblad: stuk 30, nr. 166). Er werd een Rijksarbeidsbureau ingesteld als afdeling van het departement van Sociale Zaken, onder leiding van een directeur-generaal. Het Rijksarbeidsbureau bestond uit een departementaal hoofdbureau; 37 Gewestelijke Arbeidsbureaus (die op 1 mei 1941 in werking traden) en 144 bijkantoren. Vanaf 1943 vielen de gemeentelijke Centrale Werkplaatsen eveneens onder het Rijksarbeidsbureau. Ze werden vanaf dat moment Rijkswerkplaatsen genoemd.
Bij KB van 17 juli 1944 (Stb. E 51) bepaalde de Nederlandse regering te Londen dat het Rijksarbeidsbureau met zijn Gewestelijke Arbeidsbureaus en de bijkantoren gehandhaafd bleven. Het departementale hoofdbureau van het Rijksarbeidsbureau (hierna aangeduid als Rijksarbeidsbureau) werd beschouwd als het beleidsorgaan, dat de richtlijnen en voorschriften voorbereidde voor de Gewestelijke Arbeidsbureaus, die fungeerden als uitvoerende organen.
In juli 1945 volgde een reorganisatie, waarbij vier regionale inspecties werden ingesteld, die werden belast met het toezicht op de Gewestelijke Arbeidsbureaus en het onderhouden van de contacten tussen het Rijksarbeidsbureau en de Gewestelijke Arbeidsbureaus. In de periode 1945-1950 kreeg de organisatie van het Rijksarbeidsbureau successievelijk vorm. Het kreeg een directie en zeven afdelingen.
In 1946 werd een Centrale Commissie van Bijstand en Advies (CCBA) ingesteld, die het overleg tussen de overheid en de sociale partners op het terrein van het Rijksarbeidsbureau moest vormgeven. Deze commissie bestond uit vertegenwoordigers van werkgevers- en werknemersorganisaties, de Vereniging Nederlandse Gemeenten, het Centraal Planbureau en de Commissie van Advies voor de Arbeid van Vrouwen en Meisjes en stond onder voorzitterschap van de hoogleraar ordenings- en arbeidsrecht M.G. Levenbach (zie ook onder tabblad 'leden').
Vanaf februari 1946 viel de zorg voor 'verplaatsing van arbeidskrachten en emigratie' onder de afdeling Emigratie. Het hoofd hiervan was tevens directeur van de Stichting Landverhuizing Nederland. Tussen mei 1950 en juli 1954 volgden een aantal reorganisaties, die ook de werkzaamheden op het gebied van de emigratie betroffen. In mei 1950 werden zowel de overzeese als de intra-Europese emigratie bij de afdeling Arbeidsvoorziening II van het Rijksarbeidsbureau ondergebracht.
Na de benoeming van een Commissaris voor de Emigratie bij het Ministerie van Sociale Zaken en Volksgezondheid op 20 november 1950, zou de taak van het Rijksarbeidsbureau op het gebied van de overzeese emigratie bij deze functionaris worden ondergebracht. De precieze taakafbakening op dit punt ging gepaard met frictie en onduidelijkheid gedurende een aantal jaren. In februari 1951 werd een afdeling Buitenlandse Aangelegenheden ingesteld bij het Rijksarbeidsbureau, bestaande uit een sectie emigratie en een sectie immigratie. Volgens de Staatsalmanak van 1951 viel 'de zorg voor de verplaatsing van arbeidskrachten en emigratie en uitvoering van de Landverhuizingswet 1936' op dat moment nog steeds toe aan het Rijksarbeidsbureau. In 1952 werd - volgens de Staatsalmanak van 1952 - een aparte departementale afdeling Emigratie ingesteld, met als hoofd de Commissaris voor de emigratie. Vanaf dat moment was de afdeling Buitenlandse Aangelegenheden van het Rijksarbeidsbureau officieel verantwoordelijk voor de binnen-Europese emigratie en 'de bemiddeling tussen de Stichting Landverhuizing Nederland c.q. de Commissaris voor de Emigratie en de Gewestelijke Arbeidsbureaus voor de plaatsing van Nederlanders buiten Europa'.
In 1954 werd binnen het Rijksarbeidsbureau - zelf inmiddels door een fusie met de Rijksdienst voor de Uitvoering van Werken (DUW, zie: Ministerie van Sociale Zaken) en het Bureau Werkgelegenheid onderdeel geworden van de Directie (vanaf 1964 Directoraat-Generaal) voor de Arbeidsvoorziening - opnieuw een afdeling Emigratieaangelegenheden gecreëerd (later: Afdeling Internationale Arbeidszaken en Emigratie, bureau Emigratie). Daarnaast was er een afdeling Buitenlandse en Immigratie-Aangelegenheden. Tevens werd een Centrale Commissie van Advies voor de Arbeidsvoorziening ingesteld. De Centrale Commissie van Bijstand en Advies (CCBA) fungeerde vanaf dat moment als 'subcommissie Arbeidsvoorziening' van de CCAA, naast een subcommissie 'Aanvullende Werkgelegenheid'. Ook in de CCBA bleef emigratie soms onderwerp van overleg (o.m. van gerepatrieerden).
Gedurende de onderzoeksperiode werd het aantal Gewestelijke Arbeidsbureaus uitgebreid en werden tevens Districtsbureaus voor de Arbeidsvoorziening ingesteld, waarvan het werkgebied een provincie omvatte.
Directeuren-generaal van het Rijksarbeidsbureau/Arbeidsvoorziening: 1 augustus 1945 - 1 april 1954 A.N. van Mill 13 april 1954 - 1 juli 1954 D.R. Mansholt (waarnemend) 1 juli 1954 - 27 februari 1967 D.R. Mansholt
voorzitters Centrale Commissie van Advies en Bijstand 1946-1954 M.G. Levenbach
voorzitters Centrale Commissie van Advies voor de Arbeidsvoorziening en subcommissies: 1954- ? J.V. Rijpperda Wierdsma 1954 -? M.G. Levenbach (Arbeidsvoorziening) 1954- ? P.B.M. Alberts (Aanvullende Werkgelegenheid) |
Taak, activiteiten | Toon Verberg De voornaamste taak van het Rijksarbeidsbureau was arbeidsbemiddeling (uitvoering van de arbeidsbemiddelingswet van 1930). Daarnaast behoorde beroepskeuzevoorlichting, scholing, herscholing of omscholing en beroepsclassificatie tot de beleidsondersteunende taken. Tijdens de oorlogsjaren had 'arbeidsbemiddeling' over de grenzen feitelijk de vorm van 'verplichte arbeidsinzet', zeker naar Duitsland. De uitvoering hiervan was in handen van de Gewestelijke Arbeidsbureaus, die hiertoe waren uitgerust met een afdeling Migratie. Hoewel arbeidsbemiddeling naar andere Europese landen en overzeese gebiedsdelen formeel wel op basis van vrijwilligheid gebeurde, wordt deze periode hier verder buiten beschouwing gelaten.
In 1946 kreeg het Rijksarbeidsbureau expliciet de 'zorg voor verplaatsing van arbeidskrachten en voor emigratie' in zijn takenpakket (in 1951 geformuleerd als 'uitvoering van de Landverhuizingswet 1936'). Hiertoe werd internationaal overleg en internationale conferenties bijgewoond (o.a. van de International Refugee Organisation, de International Labour Organisation, de Organisation for European Economic Co-operation, European Migration Conference e.d.). Beleidsbepaling gebeurde tot herziening van de emigratiewetgeving (1949-1952) in nauwe samenwerking met de Stichting Landverhuizing Nederland.
In 1952 werd de taak van het Rijksarbeidsbureau ten aanzien van emigratie beperkt tot de 'zorg voor de verplaatsing van arbeidskrachten binnen Europa'. In 1954 volgde hierop in zoverre een uitbreiding dat ook 'het verlenen van bemiddeling betreffende bijstand aan emigranten voorzover het Rijksarbeidsbureau optreedt als aanmeldingsorgaan ingevolge de Wet op de organen voor de emigratie 1952' expliciet tot de verantwoordelijkheid ging behoren. Dit in verband met het feit dat de Gewestelijke Arbeidsbureaus gedurende de gehele onderzoeksperiode een taak hadden als openbare voorlichtings- en aanmeldingskantoren voor intra-Europese en overzeese emigranten. Onderdeel van deze taak was de verzorging van de dossiervorming van de emigranten. De Rijkswerkplaatsen, die vanaf 1947 onder beheer van de Gewestelijke Arbeidsbureaus vielen, verzorgden onder meer (omscholings)cursussen voor aspirant-emigranten. |
Voorloper | afdeling Arbeidsbemiddeling van de Rijksdienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling |
Opvolger | Directie Algemeen Arbeidsvoorzieningenbeleid; Directie Specialistisch Arbeidsvoorzieningenbeleid; Directie Aanvullende Werkgelegenheid en Vakopleiding van het Ministerie van Sociale Zaken |
Typering instelling | |
Typering taken | |
Kerkelijke denominatie / zuil | |
Doelgroepen | |
Verband met andere archiefvormers: is vertegenwoordigd in: | |
Literatuur | Toon Verberg periodieken Emigratie: Verslag over de werkzaamheden van de organen voor de emigratie, 1954-1961. [Bevat tevens een verslag van de werkzaamheden van het Rijksarbeidsbureau ten aanzien van emigratie]
literatuur Bekkum, R. van, Tussen vraag en aanbod. Op zoek naar de identiteit van de arbeidsvoorzieningsorganisatie (Den Haag 1996).
Goedings, S.A.W., Labor Migration in an Integrating Europe. National Migration policies and the Free Movement of Workers, 1950-1968 (Den Haag 2005).
Hoffius, R. en B. Vriend, De geschiedenis van de openbare arbeidsbemiddeling in Nederland (Leiden 1988). [bibliografie p. 127-130]
Lendering, J. (e.a.), Arbeidsvoorzieningenbeleid. Een institutioneel onderzoek naar de actoren en handelingen op het beleidsterrein van de arbeidsvoorziening 1940-2000 (Den Haag 2003). [concept]
Mill, A.N. van, Arbeidsmarkt- en werkgelegenheidspolitiek. De maatschappelijk werker, Serie I: Leerboeken. Deel V (Haarlem 1951, 5e druk). [H XIII geeft een overzicht van de organisatie van het Rijksarbeidsbureau, met de plaatsing van de afdelingen voor immigratie en emigratie; H XX-XXII behandelen migratie, waarvan XXII specifiek emigratie, stand van zaken 1951]
Sol, C.C.A.M., Arbeidsvoorzieningsbeleid in Nederland. De rol van de overheid en de sociale partners (Den Haag 2000). |
Afvaardigende organisaties
- Algemene Katholieke Werkgevers Vereniging (en taakopvolger)
- Centraal Plan Bureau
- Centraal Sociaal Werkgevers Verbond
- Christelijk Nationaal Vakverbond
- Christelijke Middenstandsbond
- Katholieke Nederlandse Boeren- en Tuindersbond; Emigratie Stichting van de Katholieke Nederlandse Boeren- en Tuindersbond
- Koninklijk Nederlands Landbouw-Comité; Algemeen Landbouw Emigratie Comité
- Koninklijke Nederlandse Middenstandsbond
- Nederlands Verbond van Vakverenigingen
- Nederlandse Christelijke Boeren- en Tuindersbond
- Nederlandse Katholieke Arbeidersbeweging (en taakopvolger)
- Nederlandse Katholieke Middenstandsbond (en taakopvolger)
- Stichting van de Arbeid
- Verbond van Protestantsch-Christelijke Werkgevers in Nederland
- Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Doorgenomen archieven / series | a) 2.15.20 Rijksarbeidsbureau 1940-1945 b) 2.15.46 Rijksarbeidsbureau 1945-1959
|
Periode archief | afzonderlijke beschrijving |
Vindplaats | Nationaal Archief, Den Haag |
Openbaarheid | openbaar |
Omvang; inventarisnummers | a) 388 inv.nrs. b) 12 m., 973 inv.nrs. |
Informatiedrager | |
Vernietigd | zie inleidingen op afzonderlijke inventarissen |
Toegang(en) | a) Midden, P. van, Inventaris archief van het Rijksarbeidsbureau in oorlogstijd (1940-1945) (Den Haag 1977) [met historische en archivistische inleiding]
b) Storm, Harry, Inventaris van de archieven van het hoofdbureau van het Rijksarbeidsbureau (1928 1945-1954, de centrale dienst van de Directie voor de Arbeidsvoorziening 1954-1959 (1963), en van de Centrale Commissie van Bijstand en Advies voor het Rijksarbeidsbureau 1945-1954 en de Centrale Commissie van Advies voor de Arbeidsvoorziening 1954-1959 (Den Haag 1996) [met historische en archivistische inleiding] |
Kenmerk toegang | afzonderlijke beschrijving |
Indices op toegang | a) Nationaal Archief: indices op bedrijven; commissies; geografische namen; instellingen en bestuursorganen (Nederlandse en Duitse); stichtingen, verenigingen en andere organisaties; persoonsnamen; wetten, verordeningen en besluiten.
b) gecombineerde zaken- en persoonsindex |
Originele archivalia van archiefvormer in andere archieven | ad a) Het NIOD beheert onder toegangsnummer 216 j, Departement van Sociale Zaken, Rijksarbeidsbureau een tweede gedeelte van het archief over de periode 1940-1945. Omvang: 3,9 m., 43 dozen, waarvan 31 betreffende het Rijksarbeidsbureau. Geen van de inv.nrs. betreffende de onderzoeksperiode. De collectie bevat o.m. correspondentie en telexberichten van het Rijksarbeidsbureau met de Gewestelijke Arbeidsbureaus over arbeidsinzet in Duitsland en met de Commissie tot Uitzending van Landbouwers naar Oost-Europa over vrijwillige uitzending van boeren en landarbeiders 1941-1943 (inv.nr. 261a). Zie ook opmerking 2.
ad b) De collectie van Marius G. Levenbach (IISG) bevat het 'voorzittersarchief' van de Commissie van Bijstand en Advies voor het Rijksarbeidsbureau 1946-1958 (1965). |
Originele archivalia van andere archiefvormers in dit archief; gedeponeerde archieven | a) geen b) - commissiearchieven, waaronder die van de Commissie Landbouw-Emigratie (commissie Schilthuis) - archief van de Centrale Commissie van Bijstand en Advies voor het Rijksarbeidsbureau en de Centrale Commissie van Advies voor de Arbeidsvoorziening |
opmerkingen structuur archief | geen |
Seriële bescheiden | 2.15.46 Rijksarbeidsbureau 1945-1959 - Jaarverslagen Rijkarbeidsbureau 1944-1958 (inv.nrs. 163-166) - Afschriften van circulaires van de directeur-generaal 1945-1959 (inv.nrs. 3-161)
- Archief van de Centrale Commissie van Bijstand en Advies voor het Rijksarbeidsbureau: notulen van de CCBA, subcommissies en werkgroepen (inv.nrs. 979-994) |
Statistische gegevens | 2.15.46 Rijksarbeidsbureau 1945-1959 - Jaarstaten met cijfers over vertrokken emigranten naar aanmeldingsorgaan en land van bestemming, 1951-1958 (inv.nr. 907) - Jaarstaten met cijfers over aanmeldingen voor emigratie bij Gewestelijke Arbeidsbureaus naar opgegeven land van bestemming, 1956-1958 (inv.nr. 908) |
Verwijzingen naar wetten, Nederland |
|
Verwijzingen naar wetten, Bilateraal | |
Verwijzingen naar wetten, Multilateraal | |
Inhoud overig | 2.15.20 Rijksarbeidsbureau 1940-1945 ter signalering (grotendeels buiten onderzoeksperiode): - Arbeidsbemiddeling naar het buitenland: overzeese gebiedsdelen 1942-1946 (inv.nr. 264); België (inv.nrs. 265-266), Duitsland (inv.nrs. 267-362); Frankrijk (inv.nrs. 363-378); Oost-Europa (inv.nrs. 379-386)
2.15.46 Rijksarbeidsbureau 1945-1959 organisatie - Organisatie Rijksarbeidsbureau; emigratiesector Rijksarbeidsbureau en taakafbakening ten aanzien van de Commissaris voor de emigratie t.a.v. emigratie binnen Europa (inv.nrs. 174, 177, 183, 798)
commissies - Samenstelling en werkwijze Centrale Commissie van Advies en Bijstand (en subcommissies), Gewestelijke Arbeidsbureaus en Centrale Commissie van Advies voor de Arbeidsvoorziening (inv.nrs. 238-248) wetgeving - 1948 Arbeidsverdrag Nederland-Frankrijk (inv.nrs. 821, 824) - 1949 Vestigingsverdrag boeren Nederland-Frankrijk (inv.nr. 820) - 1949 ILO, Convention no. 97 concerning migration for employment (revised) (inv.nr. 792) - 1952 Wet op de organen voor de emigratie, Stb.no. 279 (inv.nr. 897) - 1955 Council of Europe, Europees Vestigingsverdrag (inv.nr. 799) - 1956 Benelux, Arbeidsverdrag (inv.nr. 801; 803-805) - 1960 Benelux, Benelux convention on establishment - 1961 EEG, Verordening no. 15: Vrij verkeer werknemers EEG (inv.nr. 802)
regelingen; procedures en circulaires betreffende emigratie, opgesteld ten behoeve van de Gewestelijke Arbeidsbureaus - Aanwezigheid ambtenaren Gewestelijke Arbeidsbureaus bij afvaart emigrantenschepen 1950 (inv.nr. 888) - Administratieve procedure behandeling van aanvragen tot emigratie 1952-1959 (inv.nr. 889) - Procedure behandeling aanvragen emigratie naar Brazilië (1952-1955) en Zuid-Afrika 1953-1959 (inv.nrs. 890-891) - Voorlichting betreffende zelfstandige vestiging artsen in immigratielanden 1957 (inv.nr. 894) - Procedure afvaardigen ambtenaren Gewestelijke Arbeidsbureaus om als boordvoorlichter een reis op een emigrantenschip te maken 1953 (inv.nr. 892) - Aanwijzingen ministeries van Oorlog en Marine t.b.v. aspirant-emigranten op wie nog militaire verplichtingen rusten, 1954 (inv.nr. 893)
bilaterale arbeidsbemidddeling naar diverse Europese landen België: - Centralisatie arbeidsbemiddeling tussen Nederland en België 1952 (inv.nr. 809)
Duitsland: - Nederlandse werknemers bij geallieerden in Duitsland 1945-1950 (inv.nrs. 810-812)
Frankrijk: - Vestiging van Nederlandse landbouwondernemers 1945-1951 (inv.nr. 820) - Procedure werving bouwvakarbeiders voor Frankrijk 1952-1953 (inv.nr. 822) - Procedure werving landarbeiders Frankrijk 1952-1956 (inv.nr. 823) - Instelling bureau Emigratieattaché Parijs 1954-1957 (inv.nr. 825) - Taakafbakening Commissariaat voor de Emigratie - Rijksarbeidsbureau over de arbeidsbemiddeling naar Frankrijk 1955-1956 (inv.nr. 826)
Groot-Brittannië: - Uitwisseling arbeidskrachten in het kader van het Pact van Brussel 1950-1956 (inv.nr. 827)
Luxemburg: - Overeenkomst met Luxemburg plaatsing Nederlandse landarbeiders 1949-1950 (inv.nr. 836) - Procedure werving landarbeiders voor Luxemburg 1951-1956 (inv.nr. 837)
Noorwegen: - Procedure plaatsing Nederlandse arbeidskrachten in Noorwegen 1953 (inv.nr. 841)
Zweden: - Procedure plaatsing Nederlandse arbeidskrachten in Noorwegen 1953 (inv.nr. 840)
verkeer van werknemers binnen Europa - Organisatie Europese Economische Samenwerking: regeling tewerkstelling onderdanen lidstaten 1952-1956 (inv.nrs. 412-413)* - Organisatie Europese Economische Samenwerking: rapportage hoofd van de afdeling Buitenlandse aangelegenheden over de bijgewoonde zittingen Manpower Committee van de Organisation for European Economic Cooperation 1951-1958 (inv.nr. 635)* - Organisatie Europese Economische Samenwerking: beantwoording door het Rijksarbeidsbureau van de halfjaarlijkse en jaarlijkse questionnaires van deze commissie op het gebied van de werkgelegenheidssituatie van Nederland, 1956-1958 (inv.nr. 636, 638)* - Finebel: vrij arbeidskrachtenverkeer tussen Frankrijk, Italië, Nederland, België, Luxemburg 1949-1950 (inv.nr. 793) - West-Europese Unie: vrij arbeidskrachtenverkeer 1950-1959 (inv.nr. 794-795)
betrokkenheid bij andere instellingen, organisaties - Commissie Landbouw-Emigratie (Commissie Schilthuis) (inv.nrs. 895-897)
- Stichting Landverhuizing Nederland. Stukken betreffende oprichting; statuten(wijziging), organisatie; subsidiëring; ontslag voorzitter Raad van Beheer; verslagen op het gebied van de werkzaamheden van de Stichting en samenwerking met de Algemene Emigratie Centrale en het Nederlands Vak Verbond, 1931-1954 (inv. nrs. 898-906).
|
Bestemmingslanden | |
Opmerkingen | 1) Het archief van het Rijksarbeidsbureau v.a. 1960 is in 2005 ter bewerking overgedragen aan de CAS [beschrijving 2006]. Na bewerking zullen de archivalia van het Rijksarbeidsbureau worden gedeponeerd bij het Nationaal Archief.
2) Onder het tabblad leden zijn de organisaties opgenomen die zitting hadden in de Centrale Commissie van Advies voor de Arbeidsvoorziening.
3) Ter signalering: archivalia samenhangend met de uitzending van landbouwers naar Oost-Europa 1940-1945 zijn voorts te vinden bij het NIOD in het archief van de Commissie tot Uitzending van Landbouwers (toegang nr. 120a); het archief van de Nederlandsche Oost-Compagnie (NOC, toegang nr. 176) en in het Gelders archief in de collectie Heidemij (toegang nr. 0915). |
Titel | Dossierbeschrijving Ministerie van Sociale Zaken, Rijksarbeidsbureau |
Inventaristekst | 2.15.46 Rijksarbeidsbureau 1945-1959
inv.nr. 412 Totstandkoming besluit van de Council van de Organisation of European Economic Co-operation m.b.t. de regeling van de tewerkstelling van onderdanen van lidstaten 1952-1956 Het dossier bestaat uit kopieën van rapporten van de Working Party on the Liberalisation of Manpower Movements van het Manpower Committee van de Organisation of European Economic Co-Operation, vergezeld van rapportages van de Nederlandse waarnemer N.C. Kwint. Hierin zette Kwint meermalen de eventuele voor- en nadelen af van een vrijgeven van het intra-Europese verkeer van arbeidskrachten voor Nederland, beredeneerd vanuit de situatie van Nederland als 'emigratieland'.
inv.nr. 635 Rapportering van het hoofd van de Afdeling Buitenlandse Aangelegenheden over door hem bijgewoonde zittingen van het Manpower Committee van de Organisation of European Economic Co-operation 1951-1958 Verslagen van N.C. Kwint over de standpunten van de overige lidstaten betreffende het Europese internationale migratiebeleid, de mogelijke organisaties die dit beleid vorm moeten geven en een afweging van Nederlandse belangen in deze discussie, beredeneerd vanuit de situatie van Nederland als 'emigratieland'.
inv.nrs. 636, 638 beantwoording van de halfjaarlijkse en jaarlijkse questionnaires van het Manpower Committee van de Organisation of European Economic Co-operation over de nationale arbeidsmarktsituatie over 1956-1958 In deze dossiers wordt aandacht besteed aan de emigratie van Nederlanders in verhouding tot arbeidsreserves / arbeidstekorten. |
Algemeen
Naam, varianten | Rijks Arbeids Bureau (1944-1964); R.A.B.; RAB; ARBVO |
Organisatie en inrichting | Algemeen, zie: Ministerie van Sociale Zaken
Al voor de Tweede Wereldoorlog bestond de behoefte de organisatie van de openbare arbeidsbemiddeling, bestaande uit een centraal Rijksorgaan en gemeentelijke arbeidsbeurzen, te herzien. De Centrale Commissie van Bijstand voor de Arbeidsbemiddeling en de Migratie - een adviserend orgaan ten aanzien van arbeidsbemiddeling - bracht echter in mei 1940 geen unaniem advies uit over deze kwestie. Na de capitulatie waren het de Duitse bezettingsautoriteiten die op centralisatie aandrongen. Door het besluit van 24 september 1940 van de Secretaris-generaal van het Ministerie van Sociale Zaken werd de openbare arbeidsbemiddeling met ingang van 5 oktober 1940 een rijkstaak (Verordeningenblad: stuk 30, nr. 166). Er werd een Rijksarbeidsbureau ingesteld als afdeling van het departement van Sociale Zaken, onder leiding van een directeur-generaal. Het Rijksarbeidsbureau bestond uit een departementaal hoofdbureau; 37 Gewestelijke Arbeidsbureaus (die op 1 mei 1941 in werking traden) en 144 bijkantoren. Vanaf 1943 vielen de gemeentelijke Centrale Werkplaatsen eveneens onder het Rijksarbeidsbureau. Ze werden vanaf dat moment Rijkswerkplaatsen genoemd.
Bij KB van 17 juli 1944 (Stb. E 51) bepaalde de Nederlandse regering te Londen dat het Rijksarbeidsbureau met zijn Gewestelijke Arbeidsbureaus en de bijkantoren gehandhaafd bleven. Het departementale hoofdbureau van het Rijksarbeidsbureau (hierna aangeduid als Rijksarbeidsbureau) werd beschouwd als het beleidsorgaan, dat de richtlijnen en voorschriften voorbereidde voor de Gewestelijke Arbeidsbureaus, die fungeerden als uitvoerende organen.
In juli 1945 volgde een reorganisatie, waarbij vier regionale inspecties werden ingesteld, die werden belast met het toezicht op de Gewestelijke Arbeidsbureaus en het onderhouden van de contacten tussen het Rijksarbeidsbureau en de Gewestelijke Arbeidsbureaus. In de periode 1945-1950 kreeg de organisatie van het Rijksarbeidsbureau successievelijk vorm. Het kreeg een directie en zeven afdelingen.
In 1946 werd een Centrale Commissie van Bijstand en Advies (CCBA) ingesteld, die het overleg tussen de overheid en de sociale partners op het terrein van het Rijksarbeidsbureau moest vormgeven. Deze commissie bestond uit vertegenwoordigers van werkgevers- en werknemersorganisaties, de Vereniging Nederlandse Gemeenten, het Centraal Planbureau en de Commissie van Advies voor de Arbeid van Vrouwen en Meisjes en stond onder voorzitterschap van de hoogleraar ordenings- en arbeidsrecht M.G. Levenbach (zie ook onder tabblad 'leden').
Vanaf februari 1946 viel de zorg voor 'verplaatsing van arbeidskrachten en emigratie' onder de afdeling Emigratie. Het hoofd hiervan was tevens directeur van de Stichting Landverhuizing Nederland. Tussen mei 1950 en juli 1954 volgden een aantal reorganisaties, die ook de werkzaamheden op het gebied van de emigratie betroffen. In mei 1950 werden zowel de overzeese als de intra-Europese emigratie bij de afdeling Arbeidsvoorziening II van het Rijksarbeidsbureau ondergebracht.
Na de benoeming van een Commissaris voor de Emigratie bij het Ministerie van Sociale Zaken en Volksgezondheid op 20 november 1950, zou de taak van het Rijksarbeidsbureau op het gebied van de overzeese emigratie bij deze functionaris worden ondergebracht. De precieze taakafbakening op dit punt ging gepaard met frictie en onduidelijkheid gedurende een aantal jaren. In februari 1951 werd een afdeling Buitenlandse Aangelegenheden ingesteld bij het Rijksarbeidsbureau, bestaande uit een sectie emigratie en een sectie immigratie. Volgens de Staatsalmanak van 1951 viel 'de zorg voor de verplaatsing van arbeidskrachten en emigratie en uitvoering van de Landverhuizingswet 1936' op dat moment nog steeds toe aan het Rijksarbeidsbureau. In 1952 werd - volgens de Staatsalmanak van 1952 - een aparte departementale afdeling Emigratie ingesteld, met als hoofd de Commissaris voor de emigratie. Vanaf dat moment was de afdeling Buitenlandse Aangelegenheden van het Rijksarbeidsbureau officieel verantwoordelijk voor de binnen-Europese emigratie en 'de bemiddeling tussen de Stichting Landverhuizing Nederland c.q. de Commissaris voor de Emigratie en de Gewestelijke Arbeidsbureaus voor de plaatsing van Nederlanders buiten Europa'.
In 1954 werd binnen het Rijksarbeidsbureau - zelf inmiddels door een fusie met de Rijksdienst voor de Uitvoering van Werken (DUW, zie: Ministerie van Sociale Zaken) en het Bureau Werkgelegenheid onderdeel geworden van de Directie (vanaf 1964 Directoraat-Generaal) voor de Arbeidsvoorziening - opnieuw een afdeling Emigratieaangelegenheden gecreëerd (later: Afdeling Internationale Arbeidszaken en Emigratie, bureau Emigratie). Daarnaast was er een afdeling Buitenlandse en Immigratie-Aangelegenheden. Tevens werd een Centrale Commissie van Advies voor de Arbeidsvoorziening ingesteld. De Centrale Commissie van Bijstand en Advies (CCBA) fungeerde vanaf dat moment als 'subcommissie Arbeidsvoorziening' van de CCAA, naast een subcommissie 'Aanvullende Werkgelegenheid'. Ook in de CCBA bleef emigratie soms onderwerp van overleg (o.m. van gerepatrieerden).
Gedurende de onderzoeksperiode werd het aantal Gewestelijke Arbeidsbureaus uitgebreid en werden tevens Districtsbureaus voor de Arbeidsvoorziening ingesteld, waarvan het werkgebied een provincie omvatte.
Directeuren-generaal van het Rijksarbeidsbureau/Arbeidsvoorziening: 1 augustus 1945 - 1 april 1954 A.N. van Mill 13 april 1954 - 1 juli 1954 D.R. Mansholt (waarnemend) 1 juli 1954 - 27 februari 1967 D.R. Mansholt
voorzitters Centrale Commissie van Advies en Bijstand 1946-1954 M.G. Levenbach
voorzitters Centrale Commissie van Advies voor de Arbeidsvoorziening en subcommissies: 1954- ? J.V. Rijpperda Wierdsma 1954 -? M.G. Levenbach (Arbeidsvoorziening) 1954- ? P.B.M. Alberts (Aanvullende Werkgelegenheid) |
Taak, activiteiten | De voornaamste taak van het Rijksarbeidsbureau was arbeidsbemiddeling (uitvoering van de arbeidsbemiddelingswet van 1930). Daarnaast behoorde beroepskeuzevoorlichting, scholing, herscholing of omscholing en beroepsclassificatie tot de beleidsondersteunende taken. Tijdens de oorlogsjaren had 'arbeidsbemiddeling' over de grenzen feitelijk de vorm van 'verplichte arbeidsinzet', zeker naar Duitsland. De uitvoering hiervan was in handen van de Gewestelijke Arbeidsbureaus, die hiertoe waren uitgerust met een afdeling Migratie. Hoewel arbeidsbemiddeling naar andere Europese landen en overzeese gebiedsdelen formeel wel op basis van vrijwilligheid gebeurde, wordt deze periode hier verder buiten beschouwing gelaten.
In 1946 kreeg het Rijksarbeidsbureau expliciet de 'zorg voor verplaatsing van arbeidskrachten en voor emigratie' in zijn takenpakket (in 1951 geformuleerd als 'uitvoering van de Landverhuizingswet 1936'). Hiertoe werd internationaal overleg en internationale conferenties bijgewoond (o.a. van de International Refugee Organisation, de International Labour Organisation, de Organisation for European Economic Co-operation, European Migration Conference e.d.). Beleidsbepaling gebeurde tot herziening van de emigratiewetgeving (1949-1952) in nauwe samenwerking met de Stichting Landverhuizing Nederland.
In 1952 werd de taak van het Rijksarbeidsbureau ten aanzien van emigratie beperkt tot de 'zorg voor de verplaatsing van arbeidskrachten binnen Europa'. In 1954 volgde hierop in zoverre een uitbreiding dat ook 'het verlenen van bemiddeling betreffende bijstand aan emigranten voorzover het Rijksarbeidsbureau optreedt als aanmeldingsorgaan ingevolge de Wet op de organen voor de emigratie 1952' expliciet tot de verantwoordelijkheid ging behoren. Dit in verband met het feit dat de Gewestelijke Arbeidsbureaus gedurende de gehele onderzoeksperiode een taak hadden als openbare voorlichtings- en aanmeldingskantoren voor intra-Europese en overzeese emigranten. Onderdeel van deze taak was de verzorging van de dossiervorming van de emigranten. De Rijkswerkplaatsen, die vanaf 1947 onder beheer van de Gewestelijke Arbeidsbureaus vielen, verzorgden onder meer (omscholings)cursussen voor aspirant-emigranten. |
Voorloper | afdeling Arbeidsbemiddeling van de Rijksdienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling |
Opvolger | Directie Algemeen Arbeidsvoorzieningenbeleid; Directie Specialistisch Arbeidsvoorzieningenbeleid; Directie Aanvullende Werkgelegenheid en Vakopleiding van het Ministerie van Sociale Zaken |
Typering instelling | |
Typering taken | |
Kerkelijke denominatie / zuil | |
Doelgroepen | |
Verband met andere archiefvormers: is vertegenwoordigd in: | |
Literatuur | periodieken Emigratie: Verslag over de werkzaamheden van de organen voor de emigratie, 1954-1961. [Bevat tevens een verslag van de werkzaamheden van het Rijksarbeidsbureau ten aanzien van emigratie]
literatuur Bekkum, R. van, Tussen vraag en aanbod. Op zoek naar de identiteit van de arbeidsvoorzieningsorganisatie (Den Haag 1996).
Goedings, S.A.W., Labor Migration in an Integrating Europe. National Migration policies and the Free Movement of Workers, 1950-1968 (Den Haag 2005).
Hoffius, R. en B. Vriend, De geschiedenis van de openbare arbeidsbemiddeling in Nederland (Leiden 1988). [bibliografie p. 127-130]
Lendering, J. (e.a.), Arbeidsvoorzieningenbeleid. Een institutioneel onderzoek naar de actoren en handelingen op het beleidsterrein van de arbeidsvoorziening 1940-2000 (Den Haag 2003). [concept]
Mill, A.N. van, Arbeidsmarkt- en werkgelegenheidspolitiek. De maatschappelijk werker, Serie I: Leerboeken. Deel V (Haarlem 1951, 5e druk). [H XIII geeft een overzicht van de organisatie van het Rijksarbeidsbureau, met de plaatsing van de afdelingen voor immigratie en emigratie; H XX-XXII behandelen migratie, waarvan XXII specifiek emigratie, stand van zaken 1951]
Sol, C.C.A.M., Arbeidsvoorzieningsbeleid in Nederland. De rol van de overheid en de sociale partners (Den Haag 2000). |
Doorgenomen archieven / series | a) 2.15.20 Rijksarbeidsbureau 1940-1945 b) 2.15.46 Rijksarbeidsbureau 1945-1959
|
Periode archief | afzonderlijke beschrijving |
Vindplaats | Nationaal Archief, Den Haag |
Openbaarheid | openbaar |
Omvang; inventarisnummers | a) 388 inv.nrs. b) 12 m., 973 inv.nrs. |
Informatiedrager | |
Vernietigd | zie inleidingen op afzonderlijke inventarissen |
Toegang(en) | a) Midden, P. van, Inventaris archief van het Rijksarbeidsbureau in oorlogstijd (1940-1945) (Den Haag 1977) [met historische en archivistische inleiding]
b) Storm, Harry, Inventaris van de archieven van het hoofdbureau van het Rijksarbeidsbureau (1928 1945-1954, de centrale dienst van de Directie voor de Arbeidsvoorziening 1954-1959 (1963), en van de Centrale Commissie van Bijstand en Advies voor het Rijksarbeidsbureau 1945-1954 en de Centrale Commissie van Advies voor de Arbeidsvoorziening 1954-1959 (Den Haag 1996) [met historische en archivistische inleiding] |
Kenmerk toegang | afzonderlijke beschrijving |
Indices op toegang | a) Nationaal Archief: indices op bedrijven; commissies; geografische namen; instellingen en bestuursorganen (Nederlandse en Duitse); stichtingen, verenigingen en andere organisaties; persoonsnamen; wetten, verordeningen en besluiten.
b) gecombineerde zaken- en persoonsindex |
Originele archivalia van archiefvormer in andere archieven | ad a) Het NIOD beheert onder toegangsnummer 216 j, Departement van Sociale Zaken, Rijksarbeidsbureau een tweede gedeelte van het archief over de periode 1940-1945. Omvang: 3,9 m., 43 dozen, waarvan 31 betreffende het Rijksarbeidsbureau. Geen van de inv.nrs. betreffende de onderzoeksperiode. De collectie bevat o.m. correspondentie en telexberichten van het Rijksarbeidsbureau met de Gewestelijke Arbeidsbureaus over arbeidsinzet in Duitsland en met de Commissie tot Uitzending van Landbouwers naar Oost-Europa over vrijwillige uitzending van boeren en landarbeiders 1941-1943 (inv.nr. 261a). Zie ook opmerking 2.
ad b) De collectie van Marius G. Levenbach (IISG) bevat het 'voorzittersarchief' van de Commissie van Bijstand en Advies voor het Rijksarbeidsbureau 1946-1958 (1965). |
Originele archivalia van andere archiefvormers in dit archief; gedeponeerde archieven | a) geen b) - commissiearchieven, waaronder die van de Commissie Landbouw-Emigratie (commissie Schilthuis) - archief van de Centrale Commissie van Bijstand en Advies voor het Rijksarbeidsbureau en de Centrale Commissie van Advies voor de Arbeidsvoorziening |
opmerkingen structuur archief | geen |
Seriële bescheiden | 2.15.46 Rijksarbeidsbureau 1945-1959 - Jaarverslagen Rijkarbeidsbureau 1944-1958 (inv.nrs. 163-166) - Afschriften van circulaires van de directeur-generaal 1945-1959 (inv.nrs. 3-161)
- Archief van de Centrale Commissie van Bijstand en Advies voor het Rijksarbeidsbureau: notulen van de CCBA, subcommissies en werkgroepen (inv.nrs. 979-994) |
Statistische gegevens | 2.15.46 Rijksarbeidsbureau 1945-1959 - Jaarstaten met cijfers over vertrokken emigranten naar aanmeldingsorgaan en land van bestemming, 1951-1958 (inv.nr. 907) - Jaarstaten met cijfers over aanmeldingen voor emigratie bij Gewestelijke Arbeidsbureaus naar opgegeven land van bestemming, 1956-1958 (inv.nr. 908) |
Verwijzingen naar wetten, Nederland |
|
Verwijzingen naar wetten, Bilateraal | |
Verwijzingen naar wetten, Multilateraal | |
Inhoud overig | 2.15.20 Rijksarbeidsbureau 1940-1945 ter signalering (grotendeels buiten onderzoeksperiode): - Arbeidsbemiddeling naar het buitenland: overzeese gebiedsdelen 1942-1946 (inv.nr. 264); België (inv.nrs. 265-266), Duitsland (inv.nrs. 267-362); Frankrijk (inv.nrs. 363-378); Oost-Europa (inv.nrs. 379-386)
2.15.46 Rijksarbeidsbureau 1945-1959 organisatie - Organisatie Rijksarbeidsbureau; emigratiesector Rijksarbeidsbureau en taakafbakening ten aanzien van de Commissaris voor de emigratie t.a.v. emigratie binnen Europa (inv.nrs. 174, 177, 183, 798)
commissies - Samenstelling en werkwijze Centrale Commissie van Advies en Bijstand (en subcommissies), Gewestelijke Arbeidsbureaus en Centrale Commissie van Advies voor de Arbeidsvoorziening (inv.nrs. 238-248) wetgeving - 1948 Arbeidsverdrag Nederland-Frankrijk (inv.nrs. 821, 824) - 1949 Vestigingsverdrag boeren Nederland-Frankrijk (inv.nr. 820) - 1949 ILO, Convention no. 97 concerning migration for employment (revised) (inv.nr. 792) - 1952 Wet op de organen voor de emigratie, Stb.no. 279 (inv.nr. 897) - 1955 Council of Europe, Europees Vestigingsverdrag (inv.nr. 799) - 1956 Benelux, Arbeidsverdrag (inv.nr. 801; 803-805) - 1960 Benelux, Benelux convention on establishment - 1961 EEG, Verordening no. 15: Vrij verkeer werknemers EEG (inv.nr. 802)
regelingen; procedures en circulaires betreffende emigratie, opgesteld ten behoeve van de Gewestelijke Arbeidsbureaus - Aanwezigheid ambtenaren Gewestelijke Arbeidsbureaus bij afvaart emigrantenschepen 1950 (inv.nr. 888) - Administratieve procedure behandeling van aanvragen tot emigratie 1952-1959 (inv.nr. 889) - Procedure behandeling aanvragen emigratie naar Brazilië (1952-1955) en Zuid-Afrika 1953-1959 (inv.nrs. 890-891) - Voorlichting betreffende zelfstandige vestiging artsen in immigratielanden 1957 (inv.nr. 894) - Procedure afvaardigen ambtenaren Gewestelijke Arbeidsbureaus om als boordvoorlichter een reis op een emigrantenschip te maken 1953 (inv.nr. 892) - Aanwijzingen ministeries van Oorlog en Marine t.b.v. aspirant-emigranten op wie nog militaire verplichtingen rusten, 1954 (inv.nr. 893)
bilaterale arbeidsbemidddeling naar diverse Europese landen België: - Centralisatie arbeidsbemiddeling tussen Nederland en België 1952 (inv.nr. 809)
Duitsland: - Nederlandse werknemers bij geallieerden in Duitsland 1945-1950 (inv.nrs. 810-812)
Frankrijk: - Vestiging van Nederlandse landbouwondernemers 1945-1951 (inv.nr. 820) - Procedure werving bouwvakarbeiders voor Frankrijk 1952-1953 (inv.nr. 822) - Procedure werving landarbeiders Frankrijk 1952-1956 (inv.nr. 823) - Instelling bureau Emigratieattaché Parijs 1954-1957 (inv.nr. 825) - Taakafbakening Commissariaat voor de Emigratie - Rijksarbeidsbureau over de arbeidsbemiddeling naar Frankrijk 1955-1956 (inv.nr. 826)
Groot-Brittannië: - Uitwisseling arbeidskrachten in het kader van het Pact van Brussel 1950-1956 (inv.nr. 827)
Luxemburg: - Overeenkomst met Luxemburg plaatsing Nederlandse landarbeiders 1949-1950 (inv.nr. 836) - Procedure werving landarbeiders voor Luxemburg 1951-1956 (inv.nr. 837)
Noorwegen: - Procedure plaatsing Nederlandse arbeidskrachten in Noorwegen 1953 (inv.nr. 841)
Zweden: - Procedure plaatsing Nederlandse arbeidskrachten in Noorwegen 1953 (inv.nr. 840)
verkeer van werknemers binnen Europa - Organisatie Europese Economische Samenwerking: regeling tewerkstelling onderdanen lidstaten 1952-1956 (inv.nrs. 412-413)* - Organisatie Europese Economische Samenwerking: rapportage hoofd van de afdeling Buitenlandse aangelegenheden over de bijgewoonde zittingen Manpower Committee van de Organisation for European Economic Cooperation 1951-1958 (inv.nr. 635)* - Organisatie Europese Economische Samenwerking: beantwoording door het Rijksarbeidsbureau van de halfjaarlijkse en jaarlijkse questionnaires van deze commissie op het gebied van de werkgelegenheidssituatie van Nederland, 1956-1958 (inv.nr. 636, 638)* - Finebel: vrij arbeidskrachtenverkeer tussen Frankrijk, Italië, Nederland, België, Luxemburg 1949-1950 (inv.nr. 793) - West-Europese Unie: vrij arbeidskrachtenverkeer 1950-1959 (inv.nr. 794-795)
betrokkenheid bij andere instellingen, organisaties - Commissie Landbouw-Emigratie (Commissie Schilthuis) (inv.nrs. 895-897)
- Stichting Landverhuizing Nederland. Stukken betreffende oprichting; statuten(wijziging), organisatie; subsidiëring; ontslag voorzitter Raad van Beheer; verslagen op het gebied van de werkzaamheden van de Stichting en samenwerking met de Algemene Emigratie Centrale en het Nederlands Vak Verbond, 1931-1954 (inv. nrs. 898-906).
|
Bestemmingslanden | |
Opmerkingen | 1) Het archief van het Rijksarbeidsbureau v.a. 1960 is in 2005 ter bewerking overgedragen aan de CAS [beschrijving 2006]. Na bewerking zullen de archivalia van het Rijksarbeidsbureau worden gedeponeerd bij het Nationaal Archief.
2) Onder het tabblad leden zijn de organisaties opgenomen die zitting hadden in de Centrale Commissie van Advies voor de Arbeidsvoorziening.
3) Ter signalering: archivalia samenhangend met de uitzending van landbouwers naar Oost-Europa 1940-1945 zijn voorts te vinden bij het NIOD in het archief van de Commissie tot Uitzending van Landbouwers (toegang nr. 120a); het archief van de Nederlandsche Oost-Compagnie (NOC, toegang nr. 176) en in het Gelders archief in de collectie Heidemij (toegang nr. 0915). |
Leden
Afvaardigende organisaties
- Algemene Katholieke Werkgevers Vereniging (en taakopvolger)
- Centraal Plan Bureau
- Centraal Sociaal Werkgevers Verbond
- Christelijk Nationaal Vakverbond
- Christelijke Middenstandsbond
- Katholieke Nederlandse Boeren- en Tuindersbond; Emigratie Stichting van de Katholieke Nederlandse Boeren- en Tuindersbond
- Koninklijk Nederlands Landbouw-Comité; Algemeen Landbouw Emigratie Comité
- Koninklijke Nederlandse Middenstandsbond
- Nederlands Verbond van Vakverenigingen
- Nederlandse Christelijke Boeren- en Tuindersbond
- Nederlandse Katholieke Arbeidersbeweging (en taakopvolger)
- Nederlandse Katholieke Middenstandsbond (en taakopvolger)
- Stichting van de Arbeid
- Verbond van Protestantsch-Christelijke Werkgevers in Nederland
- Vereniging van Nederlandse Gemeenten
Doorgenomen archieven / series | a) 2.15.20 Rijksarbeidsbureau 1940-1945 b) 2.15.46 Rijksarbeidsbureau 1945-1959
|
Periode archief | afzonderlijke beschrijving |
Vindplaats | Nationaal Archief, Den Haag |
Openbaarheid | openbaar |
Omvang; inventarisnummers | a) 388 inv.nrs. b) 12 m., 973 inv.nrs. |
Informatiedrager | |
Vernietigd | zie inleidingen op afzonderlijke inventarissen |
Toegang(en) | a) Midden, P. van, Inventaris archief van het Rijksarbeidsbureau in oorlogstijd (1940-1945) (Den Haag 1977) [met historische en archivistische inleiding]
b) Storm, Harry, Inventaris van de archieven van het hoofdbureau van het Rijksarbeidsbureau (1928 1945-1954, de centrale dienst van de Directie voor de Arbeidsvoorziening 1954-1959 (1963), en van de Centrale Commissie van Bijstand en Advies voor het Rijksarbeidsbureau 1945-1954 en de Centrale Commissie van Advies voor de Arbeidsvoorziening 1954-1959 (Den Haag 1996) [met historische en archivistische inleiding] |
Kenmerk toegang | afzonderlijke beschrijving |
Indices op toegang | a) Nationaal Archief: indices op bedrijven; commissies; geografische namen; instellingen en bestuursorganen (Nederlandse en Duitse); stichtingen, verenigingen en andere organisaties; persoonsnamen; wetten, verordeningen en besluiten.
b) gecombineerde zaken- en persoonsindex |
Originele archivalia van archiefvormer in andere archieven | ad a) Het NIOD beheert onder toegangsnummer 216 j, Departement van Sociale Zaken, Rijksarbeidsbureau een tweede gedeelte van het archief over de periode 1940-1945. Omvang: 3,9 m., 43 dozen, waarvan 31 betreffende het Rijksarbeidsbureau. Geen van de inv.nrs. betreffende de onderzoeksperiode. De collectie bevat o.m. correspondentie en telexberichten van het Rijksarbeidsbureau met de Gewestelijke Arbeidsbureaus over arbeidsinzet in Duitsland en met de Commissie tot Uitzending van Landbouwers naar Oost-Europa over vrijwillige uitzending van boeren en landarbeiders 1941-1943 (inv.nr. 261a). Zie ook opmerking 2.
ad b) De collectie van Marius G. Levenbach (IISG) bevat het 'voorzittersarchief' van de Commissie van Bijstand en Advies voor het Rijksarbeidsbureau 1946-1958 (1965). |
Originele archivalia van andere archiefvormers in dit archief; gedeponeerde archieven | a) geen b) - commissiearchieven, waaronder die van de Commissie Landbouw-Emigratie (commissie Schilthuis) - archief van de Centrale Commissie van Bijstand en Advies voor het Rijksarbeidsbureau en de Centrale Commissie van Advies voor de Arbeidsvoorziening |
opmerkingen structuur archief | geen |
Seriële bescheiden | 2.15.46 Rijksarbeidsbureau 1945-1959 - Jaarverslagen Rijkarbeidsbureau 1944-1958 (inv.nrs. 163-166) - Afschriften van circulaires van de directeur-generaal 1945-1959 (inv.nrs. 3-161)
- Archief van de Centrale Commissie van Bijstand en Advies voor het Rijksarbeidsbureau: notulen van de CCBA, subcommissies en werkgroepen (inv.nrs. 979-994) |
Statistische gegevens | 2.15.46 Rijksarbeidsbureau 1945-1959 - Jaarstaten met cijfers over vertrokken emigranten naar aanmeldingsorgaan en land van bestemming, 1951-1958 (inv.nr. 907) - Jaarstaten met cijfers over aanmeldingen voor emigratie bij Gewestelijke Arbeidsbureaus naar opgegeven land van bestemming, 1956-1958 (inv.nr. 908) |
Verwijzingen naar wetten, Nederland |
|
Verwijzingen naar wetten, Bilateraal | |
Verwijzingen naar wetten, Multilateraal | |
Inhoud overig | 2.15.20 Rijksarbeidsbureau 1940-1945 ter signalering (grotendeels buiten onderzoeksperiode): - Arbeidsbemiddeling naar het buitenland: overzeese gebiedsdelen 1942-1946 (inv.nr. 264); België (inv.nrs. 265-266), Duitsland (inv.nrs. 267-362); Frankrijk (inv.nrs. 363-378); Oost-Europa (inv.nrs. 379-386)
2.15.46 Rijksarbeidsbureau 1945-1959 organisatie - Organisatie Rijksarbeidsbureau; emigratiesector Rijksarbeidsbureau en taakafbakening ten aanzien van de Commissaris voor de emigratie t.a.v. emigratie binnen Europa (inv.nrs. 174, 177, 183, 798)
commissies - Samenstelling en werkwijze Centrale Commissie van Advies en Bijstand (en subcommissies), Gewestelijke Arbeidsbureaus en Centrale Commissie van Advies voor de Arbeidsvoorziening (inv.nrs. 238-248) wetgeving - 1948 Arbeidsverdrag Nederland-Frankrijk (inv.nrs. 821, 824) - 1949 Vestigingsverdrag boeren Nederland-Frankrijk (inv.nr. 820) - 1949 ILO, Convention no. 97 concerning migration for employment (revised) (inv.nr. 792) - 1952 Wet op de organen voor de emigratie, Stb.no. 279 (inv.nr. 897) - 1955 Council of Europe, Europees Vestigingsverdrag (inv.nr. 799) - 1956 Benelux, Arbeidsverdrag (inv.nr. 801; 803-805) - 1960 Benelux, Benelux convention on establishment - 1961 EEG, Verordening no. 15: Vrij verkeer werknemers EEG (inv.nr. 802)
regelingen; procedures en circulaires betreffende emigratie, opgesteld ten behoeve van de Gewestelijke Arbeidsbureaus - Aanwezigheid ambtenaren Gewestelijke Arbeidsbureaus bij afvaart emigrantenschepen 1950 (inv.nr. 888) - Administratieve procedure behandeling van aanvragen tot emigratie 1952-1959 (inv.nr. 889) - Procedure behandeling aanvragen emigratie naar Brazilië (1952-1955) en Zuid-Afrika 1953-1959 (inv.nrs. 890-891) - Voorlichting betreffende zelfstandige vestiging artsen in immigratielanden 1957 (inv.nr. 894) - Procedure afvaardigen ambtenaren Gewestelijke Arbeidsbureaus om als boordvoorlichter een reis op een emigrantenschip te maken 1953 (inv.nr. 892) - Aanwijzingen ministeries van Oorlog en Marine t.b.v. aspirant-emigranten op wie nog militaire verplichtingen rusten, 1954 (inv.nr. 893)
bilaterale arbeidsbemidddeling naar diverse Europese landen België: - Centralisatie arbeidsbemiddeling tussen Nederland en België 1952 (inv.nr. 809)
Duitsland: - Nederlandse werknemers bij geallieerden in Duitsland 1945-1950 (inv.nrs. 810-812)
Frankrijk: - Vestiging van Nederlandse landbouwondernemers 1945-1951 (inv.nr. 820) - Procedure werving bouwvakarbeiders voor Frankrijk 1952-1953 (inv.nr. 822) - Procedure werving landarbeiders Frankrijk 1952-1956 (inv.nr. 823) - Instelling bureau Emigratieattaché Parijs 1954-1957 (inv.nr. 825) - Taakafbakening Commissariaat voor de Emigratie - Rijksarbeidsbureau over de arbeidsbemiddeling naar Frankrijk 1955-1956 (inv.nr. 826)
Groot-Brittannië: - Uitwisseling arbeidskrachten in het kader van het Pact van Brussel 1950-1956 (inv.nr. 827)
Luxemburg: - Overeenkomst met Luxemburg plaatsing Nederlandse landarbeiders 1949-1950 (inv.nr. 836) - Procedure werving landarbeiders voor Luxemburg 1951-1956 (inv.nr. 837)
Noorwegen: - Procedure plaatsing Nederlandse arbeidskrachten in Noorwegen 1953 (inv.nr. 841)
Zweden: - Procedure plaatsing Nederlandse arbeidskrachten in Noorwegen 1953 (inv.nr. 840)
verkeer van werknemers binnen Europa - Organisatie Europese Economische Samenwerking: regeling tewerkstelling onderdanen lidstaten 1952-1956 (inv.nrs. 412-413)* - Organisatie Europese Economische Samenwerking: rapportage hoofd van de afdeling Buitenlandse aangelegenheden over de bijgewoonde zittingen Manpower Committee van de Organisation for European Economic Cooperation 1951-1958 (inv.nr. 635)* - Organisatie Europese Economische Samenwerking: beantwoording door het Rijksarbeidsbureau van de halfjaarlijkse en jaarlijkse questionnaires van deze commissie op het gebied van de werkgelegenheidssituatie van Nederland, 1956-1958 (inv.nr. 636, 638)* - Finebel: vrij arbeidskrachtenverkeer tussen Frankrijk, Italië, Nederland, België, Luxemburg 1949-1950 (inv.nr. 793) - West-Europese Unie: vrij arbeidskrachtenverkeer 1950-1959 (inv.nr. 794-795)
betrokkenheid bij andere instellingen, organisaties - Commissie Landbouw-Emigratie (Commissie Schilthuis) (inv.nrs. 895-897)
- Stichting Landverhuizing Nederland. Stukken betreffende oprichting; statuten(wijziging), organisatie; subsidiëring; ontslag voorzitter Raad van Beheer; verslagen op het gebied van de werkzaamheden van de Stichting en samenwerking met de Algemene Emigratie Centrale en het Nederlands Vak Verbond, 1931-1954 (inv. nrs. 898-906).
|
Bestemmingslanden | |
Opmerkingen | 1) Het archief van het Rijksarbeidsbureau v.a. 1960 is in 2005 ter bewerking overgedragen aan de CAS [beschrijving 2006]. Na bewerking zullen de archivalia van het Rijksarbeidsbureau worden gedeponeerd bij het Nationaal Archief.
2) Onder het tabblad leden zijn de organisaties opgenomen die zitting hadden in de Centrale Commissie van Advies voor de Arbeidsvoorziening.
3) Ter signalering: archivalia samenhangend met de uitzending van landbouwers naar Oost-Europa 1940-1945 zijn voorts te vinden bij het NIOD in het archief van de Commissie tot Uitzending van Landbouwers (toegang nr. 120a); het archief van de Nederlandsche Oost-Compagnie (NOC, toegang nr. 176) en in het Gelders archief in de collectie Heidemij (toegang nr. 0915). |
Analyse archivalia
Titel | Dossierbeschrijving Ministerie van Sociale Zaken, Rijksarbeidsbureau |
Inventaristekst | 2.15.46 Rijksarbeidsbureau 1945-1959
inv.nr. 412 Totstandkoming besluit van de Council van de Organisation of European Economic Co-operation m.b.t. de regeling van de tewerkstelling van onderdanen van lidstaten 1952-1956 Het dossier bestaat uit kopieën van rapporten van de Working Party on the Liberalisation of Manpower Movements van het Manpower Committee van de Organisation of European Economic Co-Operation, vergezeld van rapportages van de Nederlandse waarnemer N.C. Kwint. Hierin zette Kwint meermalen de eventuele voor- en nadelen af van een vrijgeven van het intra-Europese verkeer van arbeidskrachten voor Nederland, beredeneerd vanuit de situatie van Nederland als 'emigratieland'.
inv.nr. 635 Rapportering van het hoofd van de Afdeling Buitenlandse Aangelegenheden over door hem bijgewoonde zittingen van het Manpower Committee van de Organisation of European Economic Co-operation 1951-1958 Verslagen van N.C. Kwint over de standpunten van de overige lidstaten betreffende het Europese internationale migratiebeleid, de mogelijke organisaties die dit beleid vorm moeten geven en een afweging van Nederlandse belangen in deze discussie, beredeneerd vanuit de situatie van Nederland als 'emigratieland'.
inv.nrs. 636, 638 beantwoording van de halfjaarlijkse en jaarlijkse questionnaires van het Manpower Committee van de Organisation of European Economic Co-operation over de nationale arbeidsmarktsituatie over 1956-1958 In deze dossiers wordt aandacht besteed aan de emigratie van Nederlanders in verhouding tot arbeidsreserves / arbeidstekorten. |