Constitutionele Commissies

 
English | Nederlands

Commissie-J. Heemskerk Azn.

Herzieningsjaar Grondwet 1884, 1887
Naam (-voorzitter) Commissie-J. Heemskerk Azn.
Officiële naam Staatscommissie tot Onderzoek der vraag, van welke bepalingen der Grondwet herziening noodzakelijk en thans raadzaam is
KB instelling commissie 11-5-1883, no. 1
KB ontbinding commissie 29-3-1885, no. 1
Opdracht commissie algemene opdracht
Jaren 1883-1884
Aantal bijeenkomsten 39
Datum eindverslag 25-1-1884
Datum aanbieding Tweede Kamer 28-8-1884
Subcommissies

- voor hoofdstuk I. Cremers, Van Nispen tot Sevenaer, De Vries.

- voor hoofdstuk II. Buys, De Savornin Lohman en Farncombe Sanders.

- voor hoofdstuk III, afdeling 1-4. Van Naamen van Eemnes, Tellegen en Röell.

- voor hoofdstuk III, afdeling 5-6. Buys, Cremers en Beelaarts van Blokland.

- voor hoofdstuk III, afdeling 6-7. Asser, Verheijen, De Geer van Jutphaas.

- voor hoofdstuk IV. Van Naamen van Eemnes, De Geer van Jutphaas en De Vries.

- voor hoofdstuk V. De Savornin Lohman, Asser en Beelaerts van Blokland.

- voor hoofdstuk VI. Verheijen, Farncombe Sanders en Röell.

- voor hoofdstuk VII. Buys, Cremers en Beelaarts van Blokland.

- voor hoofdstuk VIII. Binkes, Van der Star en Tellegen.

- voor hoofdstuk IX. Van Naamen van Eemnes, De Geer van Jutphaas en De Vries.

- voor hoofdstuk XI. Buys, Cremers en Beelaerts van Blokland.

Verslagen

Verslag der staatscommissie, benoemd bij Koninklijk Besluit van 11 Mei 1883, no. 1 om te onderzoeken van welke bepalingen der Grondwet herziening noodzakelijk en thans raadzaam is, met daarbij behoorend ontwerp eener gewijzigde grondwet en zes afzonderlijke adviezen van leden dier commissie (Den Haag 1884), 89 p.

Literatuur Toon Verberg

Handelingen over de herziening der grondwet; uitgegeven onder toezicht van A.R. Arntzenius (10 dln.; 's-Gravenhage 1884-1888).

T.M.C. Asser, Grondwetsherziening. Kantteekening bij enkele voorstellen der regeering (Amsterdam 1887), 42 p.

W.H. de Beaufort, Grondwetsherziening. Rede uitgesproken in de vergadering der Amsterdamsche kiesvereeniging 'Burgerplicht' (Haarlem 1887), 24 p.

J.C.C. den Beer Poortugael, De noodzakelijkheid tot grondwetsherziening voor de defensie (Den Haag 1879), 52 p.

J.C.C. den Beer Poortugael, Grondwetsherziening, urgent vooral voor de defensie (Den Haag 1883), 87 p.

P. van Bemmelen, Het inkomen der kroon en de grondwet ('s-Gravenhage 1882), 20 p.

H.J. Betz, Artikel 194 (Den Haag 1885).

Lodewijk S. Boas, Grondwetsverandering. Een kort woord (Amsterdam 1881), 16 p.

J.T. Buys, De grondwet. Toelichting en kritiek (3 dln.; Arnhem 1883-1888). [Op het titelblad van dl. III: Toelichting en kritiek van de wijzigingen in 1887 ingevoerd].

Bijdragen tot de kennis van [het] staats-, provinciaal-, en gemeentebestuur [in Nederland], jg. 1 (1858) – 30 (1889). [Bevat vele bijdragen tot de discussie over de grondwetsherziening in de jaren 1880.]

F.B. Coninck Liefsting, Opmerkingen betreffende de bepalingen der Grondwet over de troonopvolging en hare beteekenis volgens den aard van dit recht ('s-Gravenhage 1887), 35 p.

J.C. Creutz, De onteigening in de grondwetten van 1848 en 1887 (Leiden 1889), 78 p. [Proefschrift Leiden.]

A.J.W. Farncombe Sanders, Grondwetsherziening, kiesrecht en onderwijs. Toespraak tot de kiezers in het kiesdistrict Haarlem (Den Haag 1887), 44 p.

A.J.W. Farncombe Sanders, Grondwetsherziening en kiesrecht. [Overdruk uit: De Gids, 1885.]

[A. van Gestel], Brieven over art. 194 der grondwet, zijn oorsprong, zijne gevolgen, door een teleurgestelde van ’48 (Den Haag 1885), 90 p. [Artikelen in de loop van 1885 in De Tijd verschenen.]

J.G. Gleichman, Hoofdstuk X der Grondwet. Een woord van toelichting en verantwoording (z.pl. 1887). [Vermoedelijk overdruk.]

W. van Goltstein, Een laatste woord over art. 12 der Grondwet ('s-Gravenhage 1887), 26 p.

De grondwet voor het Koningrijk der Nederlanden en het ontwerp der staatscommissie tot herziening dier wet, ter vergelijking naast elkander gesteld (Haarlem 1884), 52 p.

H.J. Hamaker en A.E.J. Modderman, 'Behoort uitlevering van eigen onderdanen verboden te zijn? Zoo ja, moet dit verbod in de Grondwet worden uitgedrukt? Praeadviezen', Handelingen der Nederlandsche Juristen-Vereeniging 16 (1885) 1, 203-239.

J. Heemskerk Az., De praktijk onzer grondwet (2 dln.; Utrecht 1881). [Vgl. hierbij: D.P.D. Fabius, Gewogen. De praktijk onzer grondwet van Mr. J. Heemskerk Azn. beoordeeld (Amsterdam 1883), 189 p.]

J. Heemskerk Az., B.D.H. Tellegen, 'Welke bepalingen omtrent de justitie zijn in de Grondwet onmisbaar? Praeadviezen', Handelingen der Nederlandsche Juristen-Vereeniging 14 (1883), 34-128.

G.L. van den Helm, De grondwet voor het Koninkrijk der Nederlanden toegelicht uit de gewisselde stukken en beraadslagingen ('s-Gravenhage 1888), lxiii, 948 p.

G.C.R. Hoetink, De noodzakelijkheid en mogelijkheid der grondwetsherziening tegenover prof. Buys verdedigd (Arnhem [1881]), 48 p.

E.H. van Leeuwen, Beschouwingen over art.168 der Grondwet en de voorstellen tot herziening, met een inleidend openbaar schrijven aan den hooggel. heer mr. J.T. Buijs, hoogleraar te Leiden (Utrecht 1885), 75 p.

J. de Louter, Het ontwerp der grondwetscommissie en het kiesrecht. [Overdruk uit: Bijdragen tot de kennis van staats-, provinciaal- en gemeentebestuur in Nederland, 1885, 62 p.]

[J. Mees], Ontwerp voor eene nieuwe grondwet (Rotterdam 1887).

W.C.J. van der Moore, Nederlandsch-Indische brieven over de grondwetsherziening (Soerabaia 1880), 36 p.

S. Muller Hzn., Onpersoonlijke proeve van Grondwetsherziening (Leiden 1879), 68 p.

S. Muller Hzn., Onze wijze van grondwetsherziening (Leiden 1883), 295 p. [Proefschrift Leiden.]

S. Muller Hzn., Proeve eener kritiek der grondwet. Eerste en tweede aflevering. Het kiesrecht (Leiden 1884-1885). [Niet verder verschenen.]

C. W. Opzoomer, In welken geest is onze grondwet te verstaan? Een vraag beantwoord (Den Haag 1883), 77 p.

C.W. Opzoomer, Onze achterlijkheid in de kunst van wetgeving, aangetoond vooral in die artikelen der Grondwet die aan het onderwijs gewijd zijn (Amsterdam 1873).

J. Röell, Kantteekeningen op de regerings-ontwerpen tot herziening der Grondwet ('s-Gravenhage 1886), 85 p.

W. Rooseboom, De Grondwet, toegelicht uit de gewisselde stukken in beide Kamers der Staten-Generaal, met verwijzing naar de verslagen der Handelingen (Den Haag 1888), xvii, 682 p.

H.J.A.M. Schaepman, Grondwetsherziening. Een woord over onzen politieken toestand (Utrecht 1884), 78 p.

H.J.A.M. Schaepman. Van strijd tot vrede ? Nog een woord over art. 194 der Grondwet (Utrecht 1885), 30 p.

S. Speelman, Grondwetverandering als onvermijdelijk middel tot wegneming van de hinderpalen, die de gewenschte en noodzakelijke herziening van de wet, regelende het kiesregt, in den weg staan (Den Haag 1880), 14 p.

T. Sybenga, De grondwet van 1887, toegelicht, ook in verband met de praktijk (5e, bijgew. uitgave; Den Haag 1913), xxiv, 508 p.

J. van Vloten, Drogredenen en wenschen omtrent grondwetsherziening, ontleed en ontvouwd (Haarlem 1883), 16 p.

G.A. Vorsterman van Oijen, Mene-Tekel. Stelling: a) Het openbaar onderwijs zoals het nu geregeld is, voldoet niet aan de behoeften des volks, b) is in strijd met de grondwet, c) voert den staat ten verderve (Aardenburg 1887).

W. Wintgens, Grondwetsherziening en nationaal onderwijs (Den Haag [1885]), 44 p. [Redevoeringen in de Tweede Kamer der Staten-Generaal.]

H.C. van der Wijck, Drie lezingen van Artikel 194 der Grondwet. [Overdruk, 1886.]

H.C. van der Wijck, Grondwetherziening (Den Haag 1886), 38 p.

H.C. van der Wijck, Grondwetherziening. Vervolg op den tweeden druk (Den Haag 1886), 22 p.

[H.C. van der Wijck], Grondwet-herziening. Briefwisseling tusschen de Vereeniging Algemeen Kies- en Stemrecht te Amsterdam en den schrijver van Ons krijgswezen, een leekenpreek (Den Haag 1880), 49 p.

Overige betrokkenen, personen


Overige betrokkenen, instellingen

1 
Aard van de documentatie commissie-archief
Naam archiefvormer/collectie
(Periode archief)
Ministerie van Binnenlandse Zaken, Staatscommissie Herziening Grondwet, 1883-1884 (1883-1884)
Vindplaats
(Kenmerk toegang)
Nationaal Archief, Den Haag (2.04.53.08)
Meer Verberg

Openbaarheid volledig
Soort toegang(en) inventaris: 'Ministerie van Binnenlandse Zaken: Staatscommissie tot Onderzoek der vraag, van welke bepalingen der Grondwet herziening noodzakelijk en thans raadzaam is, 1883-1884'
Kenmerk toegang 2.04.53.08
Inventarisnummers 1-4
Inhoud

inv. nr. 1. Notulen.

Notulen van de 39 bijeenkomsten van de commissie, telkens voorafgegaan door presentielijsten, 26 mei 1883 tot 11 januari 1884, met correcties en aanvullingen; de notulen zijn gearresteerd door de voorzitter. De grondwet werd hoofdstuks- en artikelsgewijs behandeld. De verslaglegging is gedetailleerd met weergave van de standpunten der leden; de notulen lopen soms op tot meer dan 30 bladzijden. Van de openingsbijeenkomst is alleen de presentielijst aanwezig (van de notulen wordt echter wel melding gemaakt in het verslag van de tweede vergadering). Op diverse plaatsen zijn wijzigingsvoorstellen bij de notulen gevoegd. Bij de laatste vergaderingen zijn tevens vermenigvuldigde kopieën van de notulen bijgevoegd.

 

inv. nr. 2. Reglement van orde.

Een concept en een definitief exemplaar van het Reglement van orde inzake het functioneren van de commissie.

 

inv. nr. 3. Stukken betreffende de subcommissies.

Afzonderlijke omslagen betreffende de hoofdstukken: 1; 2; 3; 4-5; 6-9 en 11. Deze bevatten nota’s, wijzigingsvoorstellen, toelichtingen en rapportage in verschillende ontwikkelingsstadia, alsmede commentaren daarbij van andere leden. De scheiding tussen de omslagen is niet absoluut: zo bevat de omslag 'hoofdstuk 2' ook enkele documenten over hoofdstuk 3.

 

inv. nr. 4. Rapportage.

De omslag 'Concept-rapport' bevat een concept van secretaris Arntzenius met begeleidende brief (december 1883), en commentaren daarbij van enkele leden. De omslag 'Rapport' bevat het rapport in klad met correcties en in gedrukte vorm, alsmede enige ambtelijke correspondentie. Voorts enkele stukken over de behandeling door de ministerraad en het (gedrukte) advies van de Raad van State met een aantal minderheidsnota’s, d.d. 19 december 1884, met betrekking tot de twaalf wetsontwerpen voor grondwetswijziging, voorgelegd in oktober 1884.


2 
Aard van de documentatie ambtelijke ondersteuning
Naam archiefvormer/collectie
(Periode archief)
Ministerie van Binnenlandse Zaken, afdeling Binnenlands Bestuur (1879-1950)
Vindplaats
(Kenmerk toegang)
Nationaal Archief, Den Haag (2.04.57)
Meer Verberg

Openbaarheid volledig
Soort toegang(en) inventaris
Kenmerk toegang 2.04.57
Inventarisnummers 1000-1003, 1537, 1887
Inhoud

inv. nr. 1000.

Bevat drie omslagen: 

- 'Behandeling wijzigingsvoorstellen in de ministerraad', 1884. De omslag is met tabbladen verdeeld in onderdelen betreffende het eerste t/m elfde hoofdstuk en de additionele artikelen. Bevat voornamelijk stukken betreffende de voorbereiding van (concept-)wetsontwerpen en memories van toelichting, met wijzigingen en aanvullingen, en vermelding van goedkeuring door de raad van ministers; daarnaast enige ambtelijke notities en interne correspondentie.

- 'Behandeling in Raad van State', 1884-1885. Bevat een gedrukt exemplaar van de voorgestelde gewijzigde grondwet zoals die aan de Raad van State werd voorgelegd, gevolgd door het advies van de Raad en bijgevoegde afzonderlijke adviezen van een aantal staatsraden; diverse concepten van de gewijzigde grondwet; de reactie van de ministerraad op het advies van de Raad van State.

- 'Eerste lezing Tweede Kamer', 1885. Bevat gedrukte Kamerstukken betreffende de indiening van de wetsvoorstellen en de voorlopige verslagen.

 

inv. nr. 1001.

Bevat zes omslagen: 

- 'Instelling commissie', 1883. Stukken betreffende de samenstelling van de commissie (Willem III wees het voorgestelde militaire lid af), het Koninklijk Besluit van instelling en het aanzoeken van de beoogde leden.

- 'Financiën commissie', 1883. Stukken betreffende uitgaven gedaan ten behoeve van de staatscommissie en bezwaren daartegen ingebracht door de Algemene Rekenkamer.

- 'Notulen', 1883-1884.Gedrukte definitieve notulen van de vergaderingen van de staatscommissie, 26 mei 1883 tot 11 januari 1884 (332 p.)

- 'Verslag commissie', 1884. Exemplaar van het gedrukte verslag van de staatscommissie, met enkele stukken over publicatie en verspreiding.

- 'Decoratie commissieleden', 1885. Ambtelijke correspondentie.

- 'Ontbinding commissie', 1885. KB van ontbinding en enkele daarmee samenhangende documenten.

 

inv. nr. 1002.

Wetsontwerp ter herziening van artikel 198 GW (wijzigingen in de grondwet en in de regeling van de troonsopvolging tijdens een regentschap), 1884. Deze wijziging ging aan de algemene herziening van 1887 vooraf. Stukken betreffende voorbereiding, advies Raad van State, indiening, parlementaire behandeling in eerste en tweede lezing en afkondiging.

 

inv. nr. 1003.

Stukken betreffende een (niet geëffectueerde) wijziging van het onderwijs-artikel 194 GW, 1885. Bijgevoegd twee drukwerken: C.W. Opzoomer, Onze achterlijkheid in de kunst van wetgeving, aangetoond vooral in die artikelen der Grondwet die aan het onderwijs gewijd zijn (Amsterdam 1873); H.J. Betz, Artikel 194 (Den Haag 1885).

 

inv. nr. 1537.

Dossier met losse stukken uit de periode 1886-1920, in het bijzonder betreffende de regeling van het kiesrecht in de grondwet. Bevat onder meer diverse notities, vermoedelijk deels van J. Heemskerk Azn., en een verhandeling met de titel ‘Kiesbevoegdheid’, ca. 1886-1887.

Opmerkingen overig

Inv. nr. 1887 is ingezien, maar bevat geen relevant materiaal.


Opdracht

Met de maatschappelijke ontwikkelingen die het laatste kwart van de negentiende eeuw tot het begin van de moderne tijd maken kwam de politiek voor nieuwe uitdagingen te staan. Het idee rijpte dat de staat niet slechts voor recht en veiligheid had te zorgen, maar ook een taak had op sociaal-economisch terrein. Twistvragen over verkiezing en vormgeving van de volksvertegenwoordiging werden opgeworpen. De rol van de overheid in het onderwijs was een voortdurend punt van vaak verbitterde discussie. De organisatie van de defensie, het belastingstelsel, administratieve rechtspraak, rechtspleging - een reeks kabinetten slaagde er niet in tot bevredigende oplossingen te komen.[1] In de analyse van de politici lag dat mede aan de grondwet. ‘De wetgeving en de maatschappij stellen eischen, die de grondwet verbiedt te bevredigen. Er zijn een aantal knellende en onduidelijke bepalingen, die dienen weg te vallen,’ sprak Heemskerk - zonder concreet te worden - in de eerste vergadering van de commissie die zijn naam droeg, en die tot taak had aan de koning voorstellen te doen tot herziening van de grondwet.[2] Ook in verband met het hoofdstuk over troonopvolging werd grondwetsherziening nodig geacht. In haar opdracht werd de commissie geen beperking opgelegd. Niettemin legde de commissie zichzelf de beperking op om geen nieuwe grondwet te ontwerpen maar in de bestaande grondwet belemmeringen weg te nemen en onduidelijkheden te verhelderen.

Werkwijze

In de openingsvergadering besprak de commissie een reglement van orde.[3] Besluiten konden worden genomen bij aanwezigheid van negen leden. Ten aanzien van de notulen bestond een voorkeur voor een beknopt en beredeneerd verslag. De discussies zijn hierin niet woordelijk weergegeven, al zijn de meningen of stemuitslagen wel te herleiden tot de desbetreffende commissieleden. Heemskerk stelde verder voor – op basis van de ervaringen, zoals die waren opgedaan in 1815 – om niet met algemene beschouwingen te beginnen. Beter leek het hem de commissie op te delen in drie subcommissies die elk over een deel van de grondwet rapporteerden (i.c. koning, volksvertegenwoordiging en de overige hoofdstukken). Op grond van deze verslagen zou de plenaire discussie gestructureerd kunnen worden. Dit voorstel stuitte echter op weerstand bij een meerderheid van de commissieleden. De commissie besloot om toch plenair met algemene beschouwingen te beginnen, zoals in 1815 was gebeurd. Daarbij zou zo dikwijls als dit nodig werd geacht een subcommissie van drie tot vijf leden worden ingesteld. Deze subcommissies kregen als taak het door de plenaire commissie genomen principebesluit redactioneel uit te werken. Daarnaast schaarde de commissie zich achter het voorstel van de antirevolutionair A.F. de Savornin Lohman om toe te staan dat minderheidsadviezen aan het rapport aan de koning konden worden bijgevoegd en openbaar gemaakt.

De commissie kwam in praktijk gemiddeld twee maal per week bijeen. In 21 plenaire bijeenkomsten – tot september 1883 - behandelde ze alle grondwetsartikelen ten principale. Per hoofdstuk stelde ze één of meerdere subcommissies in voor de nadere uitwerking.[4] Van hun vergaderingen zijn geen notulen aangetroffen. De verslagen – meestal in de vorm van een specifieke formulering van een artikel met toelichting – besprak de commissie vanaf september 1883. Daarbij konden de leden ook eigen nota’s of wijzigingsvoorstellen indienen. Op 1 november 1883 rondde de commissie deze bezigheid af en kreeg secretaris A.R. Arntzenius opdracht de tekst voor het eindrapport te schrijven. De commissie besprak deze in haar laatste vier vergaderingen.

Rapportage

Aan het eind van haar werkzaamheden was de commissie zelf niet juichend gestemd over de resultaten. Een breed gedragen visie had ontbroken. Over een aantal onderwerpen zoals het onderwijsartikel had geen enkel voorstel een meerderheid kunnen vinden en de bijgevoegde minderheidsadviezen waren hier en daar in teleurstelling scherp van toon. Ten aanzien van het kiesrecht hadden de meeste leden zich behoudend opgesteld. In het rapport erkende de commissie dat door voortschrijdende maatschappelijke ontwikkelingen het algemeen  kiesrecht ooit wenselijk zou zijn. Dat moment achtte ze echter nog niet aangebroken. Het advies was erop gericht om verruiming van het aantal kiezers te bewerkstelligen, maar tegelijkertijd een dam tegen algemeen kiesrecht op te werpen. Dat deed de commissie door in het eindrapport de huurwaarde van de woning als maatstaf voor te stellen. Daarnaast waren wijzigingen aanbevolen om tot een betere regeling van de strijdkrachten en de rechtspleging te komen en om de troonopvolging te verduidelijken .[5]

De regering nam het rapport in twee gedeelten over. Eerst deed ze een weinig controversieel voorstel tot gedeeltelijke herziening, met het oog op de leeftijd en gezondheidstoestand van koning Willem III. Artikel 198 werd zo geformuleerd dat gedurende een regentschap de grondwet zou mogen worden herzien, uitgezonderd de bepalingen over de troonopvolging.[6] Deze herziening werd - na Kamerontbinding in oktober - in december 1884 in tweede lezing aangenomen.[7]

In maart 1885 diende de regering vervolgens voorstellen in voor een ingrijpender grondwetsherziening. Ten aanzien van het kiesrecht omarmde het kabinet-Heemskerk het kernidee van huurwaarde als grondslag uit het commissieadvies. Ook nam de regering het idee over om geen wijzigingsvoorstel van het onderwijsartikel in te dienen. Dit stuitte echter op heftig verzet tijdens de parlementaire behandeling. Zowel van antirevolutionaire als van katholieke zijde werd gedreigd een grondwetsherziening zonder wijziging van het onderwijsartikel te blokkeren. De voorstellen die de regering op onderwijsgebied in november 1885 indiende leidden echter evenmin tot overeenstemming. Het kabinet bood zijn ontslag aan, maar zou uiteindelijk aanblijven. Kamerontbinding volgde in mei 1886. De grondwetswijzigingsvoorstellen werden opnieuw en vrijwel ongewijzigd ingediend. Ruim een jaar en moeizame parlementaire onderhandelingen later zouden herzieningsvoorstellen worden aangenomen die het kiesrecht aanmerkelijk verruimden. Daarnaast werd ondermeer voorzien in een uitbreiding van het aantal Eerste en Tweede Kamerleden en werden de mogelijkheden toe te treden tot de Eerste Kamer vergroot. Ook werden bepalingen opgenomen ten aanzien van administratieve rechtspraak en grondwettelijke belemmeringen met betrekking tot het hoofdstuk defensie geslecht. Hoewel de wijzigingen in het onderwijsartikel feitelijk weinig veranderden, leek subsidieverlening voor het bijzonder onderwijs op basis van de gevoerde parlementaire discussies niet meer uitgesloten.

Zie hiervoor G. Taal, Liberalen en Radicalen in Nederland, 1872-1901 (Den Haag 1980) 82-85.

Voor de diverse afdelingen van hoofdstuk III (Staten-Generaal) werden drie subcommissies benoemd, voor H X (godsdienst) geen.

Vgl. Taal, Liberalen en Radicalen, 83-84.

Verslag der Staatscommissie, 28 (art. 197 oud).

W.J. van Welderen Rengers, Schets eener parlementaire geschiedenis van Nederland 1 (Den Haag 1948) 688-724.


Noten


[1]

Zie hiervoor G. Taal, Liberalen en Radicalen in Nederland, 1872-1901 (Den Haag 1980) 82-85.

[2]

Notulen 26-05-1883.

 

[3]

Notulen 26-05-1883.

[4]

Voor de diverse afdelingen van hoofdstuk III (Staten-Generaal) werden drie subcommissies benoemd, voor H X (godsdienst) geen.

[5]

Vgl. Taal, Liberalen en Radicalen, 83-84.

[6]

Verslag der Staatscommissie, 28 (art. 197 oud).

[7]

W.J. van Welderen Rengers, Schets eener parlementaire geschiedenis van Nederland 1 (Den Haag 1948) 688-724.

Grondwetten

De discussies in de notulen hebben de hieronder vermelde grondwet tot uitgangspunt.
Kies voor de integrale grondwettekst: pdf-grondwet.
Kies voor de historie per artikel: Nederlandse grondwet (PDC).



Instellingsbesluit

Toon Verberg

Notulen

Plenair:
Toon Plenair Verberg Plenair

Verslag

Plenair:
Toon Plenair Verberg Plenair
Subcommissie:
Toon Subcommissie Verberg Subcommissie
Subcommissie HI:
Toon Verberg
Subcommissie HII:
Toon Verberg
Subcommissie HIII 1 4:
Toon Verberg
Subcommissie HIII 5 6:
Toon Verberg
Subcommissie HIII 6 7:
Toon Verberg
Subcommissie HIV:
Toon Verberg
Subcommissie HIX:
Toon Verberg
Subcommissie HV:
Toon Verberg
Subcommissie HVI:
Toon Verberg
Subcommissie HVII:
Toon Verberg
Subcommissie HVIII:
Toon Verberg
Subcommissie HXI:
Toon Verberg

Ontbindingsbesluit

Toon Verberg

Algemeen:

Opdracht commissie algemene opdracht
Jaren 1883-1884
Aantal bijeenkomsten 39
Datum eindverslag 25-1-1884
Datum aanbieding Tweede Kamer 28-8-1884
Subcommissies

- voor hoofdstuk I. Cremers, Van Nispen tot Sevenaer, De Vries.

- voor hoofdstuk II. Buys, De Savornin Lohman en Farncombe Sanders.

- voor hoofdstuk III, afdeling 1-4. Van Naamen van Eemnes, Tellegen en Röell.

- voor hoofdstuk III, afdeling 5-6. Buys, Cremers en Beelaarts van Blokland.

- voor hoofdstuk III, afdeling 6-7. Asser, Verheijen, De Geer van Jutphaas.

- voor hoofdstuk IV. Van Naamen van Eemnes, De Geer van Jutphaas en De Vries.

- voor hoofdstuk V. De Savornin Lohman, Asser en Beelaerts van Blokland.

- voor hoofdstuk VI. Verheijen, Farncombe Sanders en Röell.

- voor hoofdstuk VII. Buys, Cremers en Beelaarts van Blokland.

- voor hoofdstuk VIII. Binkes, Van der Star en Tellegen.

- voor hoofdstuk IX. Van Naamen van Eemnes, De Geer van Jutphaas en De Vries.

- voor hoofdstuk XI. Buys, Cremers en Beelaerts van Blokland.

Verslagen

Verslag der staatscommissie, benoemd bij Koninklijk Besluit van 11 Mei 1883, no. 1 om te onderzoeken van welke bepalingen der Grondwet herziening noodzakelijk en thans raadzaam is, met daarbij behoorend ontwerp eener gewijzigde grondwet en zes afzonderlijke adviezen van leden dier commissie (Den Haag 1884), 89 p.

Literatuur

Handelingen over de herziening der grondwet; uitgegeven onder toezicht van A.R. Arntzenius (10 dln.; 's-Gravenhage 1884-1888).

T.M.C. Asser, Grondwetsherziening. Kantteekening bij enkele voorstellen der regeering (Amsterdam 1887), 42 p.

W.H. de Beaufort, Grondwetsherziening. Rede uitgesproken in de vergadering der Amsterdamsche kiesvereeniging 'Burgerplicht' (Haarlem 1887), 24 p.

J.C.C. den Beer Poortugael, De noodzakelijkheid tot grondwetsherziening voor de defensie (Den Haag 1879), 52 p.

J.C.C. den Beer Poortugael, Grondwetsherziening, urgent vooral voor de defensie (Den Haag 1883), 87 p.

P. van Bemmelen, Het inkomen der kroon en de grondwet ('s-Gravenhage 1882), 20 p.

H.J. Betz, Artikel 194 (Den Haag 1885).

Lodewijk S. Boas, Grondwetsverandering. Een kort woord (Amsterdam 1881), 16 p.

J.T. Buys, De grondwet. Toelichting en kritiek (3 dln.; Arnhem 1883-1888). [Op het titelblad van dl. III: Toelichting en kritiek van de wijzigingen in 1887 ingevoerd].

Bijdragen tot de kennis van [het] staats-, provinciaal-, en gemeentebestuur [in Nederland], jg. 1 (1858) – 30 (1889). [Bevat vele bijdragen tot de discussie over de grondwetsherziening in de jaren 1880.]

F.B. Coninck Liefsting, Opmerkingen betreffende de bepalingen der Grondwet over de troonopvolging en hare beteekenis volgens den aard van dit recht ('s-Gravenhage 1887), 35 p.

J.C. Creutz, De onteigening in de grondwetten van 1848 en 1887 (Leiden 1889), 78 p. [Proefschrift Leiden.]

A.J.W. Farncombe Sanders, Grondwetsherziening, kiesrecht en onderwijs. Toespraak tot de kiezers in het kiesdistrict Haarlem (Den Haag 1887), 44 p.

A.J.W. Farncombe Sanders, Grondwetsherziening en kiesrecht. [Overdruk uit: De Gids, 1885.]

[A. van Gestel], Brieven over art. 194 der grondwet, zijn oorsprong, zijne gevolgen, door een teleurgestelde van ’48 (Den Haag 1885), 90 p. [Artikelen in de loop van 1885 in De Tijd verschenen.]

J.G. Gleichman, Hoofdstuk X der Grondwet. Een woord van toelichting en verantwoording (z.pl. 1887). [Vermoedelijk overdruk.]

W. van Goltstein, Een laatste woord over art. 12 der Grondwet ('s-Gravenhage 1887), 26 p.

De grondwet voor het Koningrijk der Nederlanden en het ontwerp der staatscommissie tot herziening dier wet, ter vergelijking naast elkander gesteld (Haarlem 1884), 52 p.

H.J. Hamaker en A.E.J. Modderman, 'Behoort uitlevering van eigen onderdanen verboden te zijn? Zoo ja, moet dit verbod in de Grondwet worden uitgedrukt? Praeadviezen', Handelingen der Nederlandsche Juristen-Vereeniging 16 (1885) 1, 203-239.

J. Heemskerk Az., De praktijk onzer grondwet (2 dln.; Utrecht 1881). [Vgl. hierbij: D.P.D. Fabius, Gewogen. De praktijk onzer grondwet van Mr. J. Heemskerk Azn. beoordeeld (Amsterdam 1883), 189 p.]

J. Heemskerk Az., B.D.H. Tellegen, 'Welke bepalingen omtrent de justitie zijn in de Grondwet onmisbaar? Praeadviezen', Handelingen der Nederlandsche Juristen-Vereeniging 14 (1883), 34-128.

G.L. van den Helm, De grondwet voor het Koninkrijk der Nederlanden toegelicht uit de gewisselde stukken en beraadslagingen ('s-Gravenhage 1888), lxiii, 948 p.

G.C.R. Hoetink, De noodzakelijkheid en mogelijkheid der grondwetsherziening tegenover prof. Buys verdedigd (Arnhem [1881]), 48 p.

E.H. van Leeuwen, Beschouwingen over art.168 der Grondwet en de voorstellen tot herziening, met een inleidend openbaar schrijven aan den hooggel. heer mr. J.T. Buijs, hoogleraar te Leiden (Utrecht 1885), 75 p.

J. de Louter, Het ontwerp der grondwetscommissie en het kiesrecht. [Overdruk uit: Bijdragen tot de kennis van staats-, provinciaal- en gemeentebestuur in Nederland, 1885, 62 p.]

[J. Mees], Ontwerp voor eene nieuwe grondwet (Rotterdam 1887).

W.C.J. van der Moore, Nederlandsch-Indische brieven over de grondwetsherziening (Soerabaia 1880), 36 p.

S. Muller Hzn., Onpersoonlijke proeve van Grondwetsherziening (Leiden 1879), 68 p.

S. Muller Hzn., Onze wijze van grondwetsherziening (Leiden 1883), 295 p. [Proefschrift Leiden.]

S. Muller Hzn., Proeve eener kritiek der grondwet. Eerste en tweede aflevering. Het kiesrecht (Leiden 1884-1885). [Niet verder verschenen.]

C. W. Opzoomer, In welken geest is onze grondwet te verstaan? Een vraag beantwoord (Den Haag 1883), 77 p.

C.W. Opzoomer, Onze achterlijkheid in de kunst van wetgeving, aangetoond vooral in die artikelen der Grondwet die aan het onderwijs gewijd zijn (Amsterdam 1873).

J. Röell, Kantteekeningen op de regerings-ontwerpen tot herziening der Grondwet ('s-Gravenhage 1886), 85 p.

W. Rooseboom, De Grondwet, toegelicht uit de gewisselde stukken in beide Kamers der Staten-Generaal, met verwijzing naar de verslagen der Handelingen (Den Haag 1888), xvii, 682 p.

H.J.A.M. Schaepman, Grondwetsherziening. Een woord over onzen politieken toestand (Utrecht 1884), 78 p.

H.J.A.M. Schaepman. Van strijd tot vrede ? Nog een woord over art. 194 der Grondwet (Utrecht 1885), 30 p.

S. Speelman, Grondwetverandering als onvermijdelijk middel tot wegneming van de hinderpalen, die de gewenschte en noodzakelijke herziening van de wet, regelende het kiesregt, in den weg staan (Den Haag 1880), 14 p.

T. Sybenga, De grondwet van 1887, toegelicht, ook in verband met de praktijk (5e, bijgew. uitgave; Den Haag 1913), xxiv, 508 p.

J. van Vloten, Drogredenen en wenschen omtrent grondwetsherziening, ontleed en ontvouwd (Haarlem 1883), 16 p.

G.A. Vorsterman van Oijen, Mene-Tekel. Stelling: a) Het openbaar onderwijs zoals het nu geregeld is, voldoet niet aan de behoeften des volks, b) is in strijd met de grondwet, c) voert den staat ten verderve (Aardenburg 1887).

W. Wintgens, Grondwetsherziening en nationaal onderwijs (Den Haag [1885]), 44 p. [Redevoeringen in de Tweede Kamer der Staten-Generaal.]

H.C. van der Wijck, Drie lezingen van Artikel 194 der Grondwet. [Overdruk, 1886.]

H.C. van der Wijck, Grondwetherziening (Den Haag 1886), 38 p.

H.C. van der Wijck, Grondwetherziening. Vervolg op den tweeden druk (Den Haag 1886), 22 p.

[H.C. van der Wijck], Grondwet-herziening. Briefwisseling tusschen de Vereeniging Algemeen Kies- en Stemrecht te Amsterdam en den schrijver van Ons krijgswezen, een leekenpreek (Den Haag 1880), 49 p.


Leden:


Overige betrokkenen:



Archivalia:

1 
Aard van de documentatie commissie-archief
Naam archiefvormer/collectie
(Periode archief)
Ministerie van Binnenlandse Zaken, Staatscommissie Herziening Grondwet, 1883-1884 (1883-1884)
Vindplaats
(Kenmerk toegang)
Nationaal Archief, Den Haag (2.04.53.08)
Openbaarheid volledig
Soort toegang(en) inventaris: 'Ministerie van Binnenlandse Zaken: Staatscommissie tot Onderzoek der vraag, van welke bepalingen der Grondwet herziening noodzakelijk en thans raadzaam is, 1883-1884'
Kenmerk toegang 2.04.53.08
Inventarisnummers 1-4
Inhoud

inv. nr. 1. Notulen.

Notulen van de 39 bijeenkomsten van de commissie, telkens voorafgegaan door presentielijsten, 26 mei 1883 tot 11 januari 1884, met correcties en aanvullingen; de notulen zijn gearresteerd door de voorzitter. De grondwet werd hoofdstuks- en artikelsgewijs behandeld. De verslaglegging is gedetailleerd met weergave van de standpunten der leden; de notulen lopen soms op tot meer dan 30 bladzijden. Van de openingsbijeenkomst is alleen de presentielijst aanwezig (van de notulen wordt echter wel melding gemaakt in het verslag van de tweede vergadering). Op diverse plaatsen zijn wijzigingsvoorstellen bij de notulen gevoegd. Bij de laatste vergaderingen zijn tevens vermenigvuldigde kopieën van de notulen bijgevoegd.

 

inv. nr. 2. Reglement van orde.

Een concept en een definitief exemplaar van het Reglement van orde inzake het functioneren van de commissie.

 

inv. nr. 3. Stukken betreffende de subcommissies.

Afzonderlijke omslagen betreffende de hoofdstukken: 1; 2; 3; 4-5; 6-9 en 11. Deze bevatten nota’s, wijzigingsvoorstellen, toelichtingen en rapportage in verschillende ontwikkelingsstadia, alsmede commentaren daarbij van andere leden. De scheiding tussen de omslagen is niet absoluut: zo bevat de omslag 'hoofdstuk 2' ook enkele documenten over hoofdstuk 3.

 

inv. nr. 4. Rapportage.

De omslag 'Concept-rapport' bevat een concept van secretaris Arntzenius met begeleidende brief (december 1883), en commentaren daarbij van enkele leden. De omslag 'Rapport' bevat het rapport in klad met correcties en in gedrukte vorm, alsmede enige ambtelijke correspondentie. Voorts enkele stukken over de behandeling door de ministerraad en het (gedrukte) advies van de Raad van State met een aantal minderheidsnota’s, d.d. 19 december 1884, met betrekking tot de twaalf wetsontwerpen voor grondwetswijziging, voorgelegd in oktober 1884.


2 
Aard van de documentatie ambtelijke ondersteuning
Naam archiefvormer/collectie
(Periode archief)
Ministerie van Binnenlandse Zaken, afdeling Binnenlands Bestuur (1879-1950)
Vindplaats
(Kenmerk toegang)
Nationaal Archief, Den Haag (2.04.57)
Openbaarheid volledig
Soort toegang(en) inventaris
Kenmerk toegang 2.04.57
Inventarisnummers 1000-1003, 1537, 1887
Inhoud

inv. nr. 1000.

Bevat drie omslagen: 

- 'Behandeling wijzigingsvoorstellen in de ministerraad', 1884. De omslag is met tabbladen verdeeld in onderdelen betreffende het eerste t/m elfde hoofdstuk en de additionele artikelen. Bevat voornamelijk stukken betreffende de voorbereiding van (concept-)wetsontwerpen en memories van toelichting, met wijzigingen en aanvullingen, en vermelding van goedkeuring door de raad van ministers; daarnaast enige ambtelijke notities en interne correspondentie.

- 'Behandeling in Raad van State', 1884-1885. Bevat een gedrukt exemplaar van de voorgestelde gewijzigde grondwet zoals die aan de Raad van State werd voorgelegd, gevolgd door het advies van de Raad en bijgevoegde afzonderlijke adviezen van een aantal staatsraden; diverse concepten van de gewijzigde grondwet; de reactie van de ministerraad op het advies van de Raad van State.

- 'Eerste lezing Tweede Kamer', 1885. Bevat gedrukte Kamerstukken betreffende de indiening van de wetsvoorstellen en de voorlopige verslagen.

 

inv. nr. 1001.

Bevat zes omslagen: 

- 'Instelling commissie', 1883. Stukken betreffende de samenstelling van de commissie (Willem III wees het voorgestelde militaire lid af), het Koninklijk Besluit van instelling en het aanzoeken van de beoogde leden.

- 'Financiën commissie', 1883. Stukken betreffende uitgaven gedaan ten behoeve van de staatscommissie en bezwaren daartegen ingebracht door de Algemene Rekenkamer.

- 'Notulen', 1883-1884.Gedrukte definitieve notulen van de vergaderingen van de staatscommissie, 26 mei 1883 tot 11 januari 1884 (332 p.)

- 'Verslag commissie', 1884. Exemplaar van het gedrukte verslag van de staatscommissie, met enkele stukken over publicatie en verspreiding.

- 'Decoratie commissieleden', 1885. Ambtelijke correspondentie.

- 'Ontbinding commissie', 1885. KB van ontbinding en enkele daarmee samenhangende documenten.

 

inv. nr. 1002.

Wetsontwerp ter herziening van artikel 198 GW (wijzigingen in de grondwet en in de regeling van de troonsopvolging tijdens een regentschap), 1884. Deze wijziging ging aan de algemene herziening van 1887 vooraf. Stukken betreffende voorbereiding, advies Raad van State, indiening, parlementaire behandeling in eerste en tweede lezing en afkondiging.

 

inv. nr. 1003.

Stukken betreffende een (niet geëffectueerde) wijziging van het onderwijs-artikel 194 GW, 1885. Bijgevoegd twee drukwerken: C.W. Opzoomer, Onze achterlijkheid in de kunst van wetgeving, aangetoond vooral in die artikelen der Grondwet die aan het onderwijs gewijd zijn (Amsterdam 1873); H.J. Betz, Artikel 194 (Den Haag 1885).

 

inv. nr. 1537.

Dossier met losse stukken uit de periode 1886-1920, in het bijzonder betreffende de regeling van het kiesrecht in de grondwet. Bevat onder meer diverse notities, vermoedelijk deels van J. Heemskerk Azn., en een verhandeling met de titel ‘Kiesbevoegdheid’, ca. 1886-1887.

Opmerkingen overig

Inv. nr. 1887 is ingezien, maar bevat geen relevant materiaal.



Werkwijze:



Scans:


Grondwetten

De discussies in de notulen hebben de hieronder vermelde grondwet tot uitgangspunt.
Kies voor de integrale grondwettekst: pdf-grondwet.
Kies voor de historie per artikel: Nederlandse grondwet (PDC).



Instellingsbesluit


Notulen

Plenair:

Verslag

Plenair: Subcommissie:
Subcommissie HI:
Subcommissie HII:
Subcommissie HIII 1 4:
Subcommissie HIII 5 6:
Subcommissie HIII 6 7:
Subcommissie HIV:
Subcommissie HIX:
Subcommissie HV:
Subcommissie HVI:
Subcommissie HVII:
Subcommissie HVIII:
Subcommissie HXI:

Ontbindingsbesluit